lac naar de „Durepaire" konden vertrekken. Men had een sleepboot aldaar te onzer beschikking en alle betrokkenen waren van onze komst op de hoogte. Deze nacht brachten wij in een goed hotel door, zodat het ongerief en de kostenbesparing van de vorige dag weer werden geëgaliseerd. Nu er drie rollen film die dag belicht waren, de makette op zijn voor lopige plaats van bestemming was en alles verder op rolletjes liep kon den wij ons met de wereld verzoenen. Een studie van de realiteit, die schuilgaat achter de Bordeaux-etiketten, was trouwens aan die verzoe ning niet helemaal vreemd De volgende ochtend konden wij die studie op enigszins andere wijze voortzetten, want onze tocht bracht ons door het land van de Graves Supérieur, Haut-MécLoc, Saint-Exupéry naar Pauillac, alles respectabele namen van achtenswaardige wijnmerken. Bij Pauillac kwam er echter water in de wijn, want hier bereikten we de Gironde en de sleepboot, die ons met ongeduld verwachten. Na het overladen van ons materiaal streken we neer op het achterschip van de sleepboot. De kok voorzag ons van koffie en we hadden met hem alras levendig contact, gezien het feit dat de man visueel was ingesteld. Dat bleek ook duidelijk uit de hoedanigheid en het aantal damespor tretten dat kombuis en hut sierde. Onze waardering daarvoor varieerde van phys-ueel tot vies-ueel en een eindoordeel werd niet bereikt, want de „Durepaire" kwam in zicht. Aan boord wachtte Kapitein Dupuy ons op met een prima lunch en de meest energieke hulp en bijstand, die men zich maar wensen kan. Enkele uren later waren wij onder zijn persoonlijke supervisie al druk aan het filmen en het liep tegen achten voordat wij aan het avondeten toe kwamen. De machinekamer en de brug hadden toen een beurt gehad en de mede werking die wij van alle opvarenden genoten hadden was fenomenaal. De avondmaaltijd was daarmee in volkomen overeenstemming. De Pernod, rode Bordeau, Hennessy en Grand Marnier hadden ons in middels volkomen voor de Franse levenswijze gewonnen. Het maakt bij ons nog steeds een punt van discussie uit of het onweer, dat opstak toen wij ter kooi gingen, werkelijkheid is geweest, dan wel een soort collec tieve hallucinatie. De volgende ochtend om zes uur begon de rauwe werkelijkheid van het baggerbedrijf echter weer zijn eisen te stellen. En weldra bevonden ook 86

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1959 | | pagina 26