CENTRALE GAS- EN ZUURSTOFLEIDING PERIKELEN De centrale installatie voor gas- en zuurstof op onze werf is nu een jaar in gebruik en ik meen, dat we gerust mogen zeggen, dat met de werking er van iedereen tevreden is. Of neen niet iedereen, want aan boord van de schepen wordt nog wel eens gekankerd op die „rotzooi" en wel speciaal 's morgens vroeg. Laat ik bij het begin beginnen. In de hoofd-afsluiters is een z.g. stroombegrenzer gebouwd. Deze heeft ten doel bij slangbreuk de afsluiter automatisch af te dichten. Dit ge beurt door een kogeltje, dat bij één te grote gasstroom tegen een gaatje wordt gedrukt en dit dan afsluit. Nu zal de opmerkzame lezer denken „dat krijg je dan niet meer open zolang er druk op de leiding staat". Dat heeft de leverancier ook ge merkt en deze heeft een klein „lekgaatje" bij het kogeltje geboord. Dus als de slangbreuk is opgeheven en alle kranen op de verdeel- kastjes dicht staan, dan „lekt" de slang door dat kleine gaatje weer vol, de druk vóór en achter het kogeltje wordt gelijk en het kogeltje rolt weer terug en alles werkt weer normaal. En nu komen we terug bij de „kankeraars". 's Avonds na werktijd worden de grote afsluiters op de wal om veilig heidsredenen afgesloten. Door kleine lekkages lopen gedurende de nacht de voedingsslangen langzaam leeg. Als nu 's morgens de grote afsluiters op de wal worden opengedraaid, gaat het gas hard stromen om de lege slang op te vullen en slaat de stroombegrenzer dicht en het kleine lekgaatje gaat zijn werk doen. Maar nu komt het. De kranen op de verdeelkastjes staan niet dicht en van sommige branders staan de kranen van de spuit ook nog open. Het gas, dat door het lekgaatje in de slangen stroomt, moet nu ook nog alle brandersslangen vullen voor het op druk komen of als de spuit open staat, komt er helemaal geen druk en dus valt het kogeltje niet weg en dus komt er geen werkgas en dus gaat de brander kankeren en hij kan blijven wachten tot Sint Juttemus en blijven kankeren zolang hij zijn kranen niet dicht draait. O.a. om deze redenen hameren wij er steeds op om na werktijd steeds de kranen op de verdeelkastjes af te sluiten, aan welk verzoek nog steeds niet door allen wordt voldaan. Dus spreken we af: 's Avonds alle kranen dicht. 's Morgens niet vóór half acht de kranen van de verdeelkastjes openen (of de walafsluiter evenredig vroeger openen). Als er een mankement aan een voedingsslang is geweest of een nieuwe voedingsslangaansluiting is gemaakt, controleren dat alle kranen dicht staan voor de walafsluiter te openen. Walafsluiter altijd zo langzaam mogelijk openen dan heeft men een goed kans dat de stroombegrenzer niet dicht slaat en dus behoeft men dan niet te wachten totdat de leiding of slang is „volgelekt". Probeer het eens? Succes verzekerd. B. de Raay 110 (0)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1959 | | pagina 12