VLAANDEREN XII
BEPROEVING VAN DE SLEEPHOPPERZUIGER
CO. 382
Op die dag, die goede vrijdag mag ik wel zeggen, bevond de sleep
hopperzuiger „Vlaanderen XII" oftewel CO. 382 zich beoosten Texel
om onder andere aldaar te laten zien, wat „ie" wel in zijn „mast" had.
Nu, vele in ons marinegat Den Helder -met welke aanduiding niets
kwaads zij bedoeld aanboord genomen technici en andere mensen
zullen wel de mening zijn toegedaan, dat die mast goed vol zat. Er
werd met de vaste hand van onze azuurblauw betruide „kapitein", die
onder meer werd gesteund door onze overbekende, nijvere baggerbaas,
en onder het genot van een kopje koffie gesleept en gezogen. Midde
lerwijl en mogelijk aangemoedigd door de koffie deden de technici hun
best. Zij trokken hun dassen recht en dwarrelden met trillende neus
vleugels over het schip, overal aan snuffelend en achterdochtig naar
kijkend. Het was, alsof zij elk ogenblik iets verwachtten te zien of te
horen, dat er beslist toch niet was en er ook niet behoorde te zijn.
Enfin, ik hoef over deze snuffel- en andere punten niet verder uit te
wijden, de oplettende I.H.C.-ertjes kennen de verschijnselen wel.
Het was uiteraard ook een waar feest om tijdens het zuigen de „Bri
gade-loze" mannen van het M.T.I. met hun melkflesjes en werphen
gels bezig te zien. Met het schuim op de lippen wierpen zij hun flesjes
in het slijk der zee, dat zich kolkend een weg door de stortgoten op
weg naar de hopper zocht.
Maar om de andere activiteiten op de voet te volgen zij dan ver
meld, dat er in die tussentijd uitstekend voor de inwendige mens was
gezorgd.
108