KIJKJE OVER BUURMAN'S SCHUniNG
leoNicus
Gédégé greep bij De Klop op storende wijze in in de vastgestelde ver
houdingen in het dierenrijk. Volgens hem was de door Ginus aan
vankelijk opgehaalde maar later toch verspeelde karper een serpent,
d.w.z. een slang, derhalve een reptiel en dus geen vis. Nu tellëfi rep
tielen waarschijnlijk niet mee bij viswedstrijden, zodat Ginus geen
schade geleden zou hebben, maar o.i. is dat maar een doekje voor het
bloeden. Karpers zijn geen wij herhalen: géén! serpenten.
Bij Gusto wijst JOM erop, aan de hand van een bloederig praktijk
geval, dat het slapen op muurtjes gevaarlijke ongevallen tengevolge
kan hebben. Voor het geval dat bij U op de werven zulke slapers
mochten voorkomen, verzoeken wij U beleefd doch dringend hen op
het gevaarlijke van hun gedrag te wijzen.
Bij J. K. jubileerde onder anderen een scheepsbeschieter. Aanvan
kelijk dachten wij met een soort kanonnier te doen te hebben. Zijn
taak zou, meenden wij, onder meer zijn het door middel van goed ge
richt geschutvuur vernietigen van op de Noord voorbijgaande vaartui
gen. Dit om de slijtage van schepen in het algemeen en de klandizie
bij onze werven in het bijzonder te bevorderen. Bij nader informatie
bleken wij ons echter vergist te hebben. Waarvan acte.
Een jubilaris bij Verschure ontving een
fraai geschenk, een Amsterdammer waar
dig. „Gezicht op het EI", een abstracte
fantasie naar aanleiding van kippeëieren
met een woordspeling op het IJ. Onzer
zijds blijven wij ook niet achter en bieden
alle lezers van „Het Zeskant" nevenstaand
een gezicht op de Ei-tunnel aan. Een toe
komstvisie mogen wij wel zeggen.
Conrad-Stork stelt de problemep scherp. Hun eerste artikeltje begint
„Veertien jaar na de oorlog zitten we nog met huizennoód". Het tweede
„Regeren is vooruitzien". Nu zijn we wat het laatste betreft, misschien
niet altijd aan onze trekken gekomen. Onze regeerders hielden stoer
de blik gericht op de crisis van 1929. Maar wij hebben zo 't idee, dat
er in de woningnood wel schot komt. Als we maar vooruitzien. Récht
vooruit.
Een jubilaris van LSZ heeft in zijn tijd wonderlijke dingen gedaan met
Brouwer-stoommachines. Onder zijn leiding groeiden die tot een ge
heel gesloten, sneldraaiende uitvoering met gelast, gesloten carter. Die
dingen schijnen gepoot te zijn als open gevalletjes. Maar met Smit-
M.A.N. kunstmest en water uit de Noord is er, zo fantaseren wij, iets
beters van gegroeid. Ach, groeien is altijd beter dan gewoon fabrice
ren.