De koelmachinekamer Rondom een bepaald ge bied zijn zenders opge steld, die regelmatig ver schillende signalen uitzen den, die aan boord wor den opgevangen. De rich ting, waarin wij de zender moeten zoeken, wordt zichtbaar op een klokje, dat rood, groen of paars licht geeft al naar gelang van de zender, waarvan op dat ogenblik een teken wordt ontvangen. De wijzer van het klokje geeft de richting aan, waaruit het signaal is ontvangen. Op de zeekaart zijn lijnen aangegeven, die zijn voorzien van een letter en een nummer. Deze letters en nummers komen overeen met de schaalverdeling op het Decca-klokje. Wanneer wij op het klokje dus twee lijnen hebben afgelezen, kunnen wij in de meeste gevallen op de zeekaart onze plaats bepalen. Alleen wanneer de rode en groene lijn b.v. onder een te kleine hoek elkaar snijden, is de aflezing te onnauwkeurig, zodat wij de derde lijn te hulp moeten roepen om het snijpunt goed te kunnen bepalen. Behalve het klokje, dat in verbinding staat met de ontvanger, zijn nog een drietal andere klokjes aangebracht, die onafhankelijk van elkaar lopen. Deze klokjes worden ingesteld op het signaal van het moederklokje en naarmate het schip verder vaart, houden zij de positie ten opzichte van de zenders aan de wal automatisch bij. De stuurman kan dus op ieder ogenblik aflezen, waar hij zich bevindt en behoeft niet te wach ten, totdat hij twee signalen op het moederklokje heeft afgele zen. Deze laatste dienen alleen om van tijd tot tijd de stand van de andere klokjes te con troleren. In de buurt van het lichtschip „Galloper" snijden de lijnen van het Decca-systeem elkander vrij wel loodrecht, zodat in deze om geving de plaatsbepaling zo Bedieningsstand van de hoofdmotor 129

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1959 | | pagina 5