KIJKJE OVER BUURMAN'S SCHUTTING
Bij Gusto verliet de heer B. op een bepaalde datum de werf als werk
nemer. Wij dachten aanvankelijk daaruit te moeten lezen, dat hij de
maandag daaraanvolgend als werkgever terug was gekomen. Maar het
bleek een definitief afscheid te zijn. Hr. B. ging met pensioen. Uit
allerlei overwegingen zouden wij ervoor kunnen voelen, dat ieder van
ons na enkele tientallen jaren als werknemer promoveerde tot werkgever.
Maar dat zal wel te revolutionair gedacht zijn...
Wat er bij J. K. stond over de vereiste goedkeuring voor een aan
vullende uitkering, deed ons zo denken, dat het hoogste ideaal in een
mensenleven alleen maar kan zijn het Rijksbemiddelaarschap. Dan heb
je echt een vinger in de pap. En welke kant je ook uit bemiddelt, je
schiet er nooit een cent bij in...
Conrad-Stork confronteert ons met ontegenzeggelijke vlijende woorden
voor Henk. Zij werden nog wel vastgelegd op een bandrecorder met
prachtige studieboeken. Achtereenvolgens wordt hier een bijwoord ver
vangen door een bijvoeglijk naamwoord, „vleien" door „vlijen" en „en"
door „met". Hetgeen de zaak er niet duidelijker op maakt. Deze balk in
het oog van de C.S.-redactie stelt ons weer wat geruster ten aanzien van
de splinters in ons eigen oog...
Bij De Klop wil men ons doen geloven, dat de selectie van sollicitanten
bij de omroepverenigingen een zeer nauwlettende gelegenheid is. Waar
aan wij zo vrij zijn te twijfelen. Als U veel radio en televisie hoort en
ziet, dan deelt U ons scepticisme wellicht...
L.S.Z. slaakt de kreet: Wij komen nooit meer te laat! en wijdt een
artikeltje aan oorzaken en gevolg van het telaatkomen. De drie be
langrijkste oorzaken zijn volgens ons: ontbijt, nieuwsberichten en ochtend
blad. Misschien dat deze in de CAO's van het jaar 2059 vanwege de
werkgever verstrekt zullen worden. Maar of er dan nooit iemand meer
te laat komt?
De heer J. van Verschure sprak bij een jubileum zijn ongerustheid uit
over het groot aantal ridders, dat tegenwoordig bij deze IHC-vennoot
werkt. Hij hoopt, dat het niet zo zal gaan als in de tijd van de Hugenoten
en er geen bloedige strijd tussen de ridders zal losbranden. Nu is er ten
tijde van de Hugenoten geen bloedige strijd tussen ridders losgebrand,
dus het zal ook nu wel meevallen. Wij zouden het overigens niet durven
wagen te veronderstellen, dat bij de heer J. de wens de vader van de
gedachte is...
151