Eerötnacf)t,óc()oner ban be bagen,..." %«reggW«giS$i Als men in Nedrland eens een rondvraag zou houden, waar de regel die wij hierboven plaatsten thuis hoort, kwamen er misschien niet zo erg veel goede antwoorden binnen. En toch is het een regel die algemene bekendheid geniet. Het is in haar eenvoudige vorm een zeer schone regel; het is een waarlijk dichterlijke regel, die in het gehoor blijft hangen en een diepe betekenis heeft. Waar hoort zij thuis? We kunnen onwetenden op weg helpen door te zeggen, dat Amsterdammers niet aan deze hersengymnastiek zouden mogen meedoen, omdat die haar elk jaar op 1 januari in het openbaar kunnen horen uitspreken, in de Stadsschouwburg. Zij is uit Vondels Gijsbreght van Aemstel. Maar we gaan even door. Door wie wordt ze uitgesproken? Door de Rey van Klaerissen: O Kerstnacht, schoner dan de daegen, Hoe kan Herodes 't licht verdraegen, Dat in Uw duisternisse blinckt, En wordt gevierd en aangebeden? De vier eerste bedrijven van de Gijsbreght worden ieder besloten door een reyzang. De Rey van Klaerissen, nonnen uit het Klaerissenklooster, waarheen Gijsbreght zich begeeft als de stad door Vosmeer de Spie verraden is, treedt op aan het slot van het 3e bedrijf. Maar het eigenaardige is, dat deze rey, beginnende met deze overbekende vers regels, verder helemaal niet over de Kerstnacht gaat, maar over de kindermoord van Bethlehem. De eigenlijke kerstzang in het stuk, die de geboorte van de Heiland beschrijft, is die van de Rey van Edelingen: Wij edelingen, blij van geest, Ter kercke gaan op 't hooge feest, Den eerst geboren Heiland groeten, En knielen voor de kleene voeten Van 't kind, waer voor Herodes vreest: Wie deze reyzang eens aandachtig leest, zal ervaren dat onze grote vaderlandse dichter hier op wonderlijk eenvoudig schone wijze het (01 H9

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1959 | | pagina 9