De verschillende op het programma staande punten, zoals het compen
seren en kalibreren, manoeuvreproeven, ankerproeven en stuurproeven,
beproeving van het noodstuurgerei van het scheepsgedeelte en verder
het nemen van torsiogrammen en het meten van het brandstofverbruik
van zware olie van het machinegedeelte, werden in de loop van de dag
zonder noemenswaardige moeilijkheden afgewerkt.
Het weer verslechterde inmiddels steeds meer: de wind wakkerde aan
van windkracht 4 tot windkracht 8 a 9 en het ging steeds meer regenen.
Wc moesten nu bewijzen niet slechts landrotten te zijn, maar ook iets
van de zeeman in ons te hebben. De krachtproef kwam 's nachts om
half één, toen het schip buiten zijn „normale" stamp- en rolbewegingen
als gevolg van een plotselinge manoeuvre door wind en water circa
15 meter dwarsscheeps wegsloeg! De evenwichtsorganen van enkele
personen, die zich nog in de bar bevonden, bleken tegen deze plotselinge
koerswijziging niet bestand, zodat zij op een minder elegante wijze met
de vloer in aanraking kwamen. Gelijk met hen sneuvelde ook enig
glaswerk!
Op het achterschip sloeg een kraan van zijn keggen en reed met veel
geraas van bakboord naar stuurboord en weer terug. De bemanningsleden
en een paar personeelsleden van de Werf, die daar hun verblijven had
den, dachten aanvankelijk aan een aanvaring of iets dergelijks. Gelukkig
was het euvel spoedig verholpen.
Het schip heeft zich tijdens deze proeftocht goed gehouden; hetzelfde
kan van de opvarenden worden gezegd. Voor zover bekend had niemand
last van zeeziekte, misschien mede door de voorzorgsmaatregelen van de
verbandmeestcr, die een flinke voorraad pillen bij zich had. De ver
zorging aan boord was in één woord: prima. Wij hebben dan ook
slechts woorden van lof voor de Rederij, die de proviandering ver
zorgde, alsook voor de hofmeester en zijn mensen.
De verdere reis verliep zonder hindernissen en woensdagmorgen om
streeks half tien lagen we weer aan de Werf.
We kunnen terugzien op een geslaagde proeftocht, waarbij het schip
aan alle gestelde eisen bleek te voldoen. Wij hopen, dat de „Alchiba",
die op 30 december 1959 door de Rederij werd overgenomen, nog vele
jaren tot tevredenheid van de Rederij en de bemanning dienst zal doen.
Voor allen, die aan de bouw hun deel hebben bijgedragen, zal het zonder
twijfel een voldoening zijn te weten, dat weer een goed stuk werk werd
afgeleverd.
Goede vaart, Alchiba!
dV.
4 (0)