ss
dagen en namen met adressen. Je kunt de kas opmaken; over de
afgelopen feestdagen, of over een heel jaar. Je kunt plannen maken,
begrotingen, met een heel vers jaar voor de boeg. Maar ergens in je
achterhoofd weet je ook al, dat je weer heel gauw zult zeggen: Wat
gaat zo'n jaar gauw om. Het is al weer februari, april, juli; het is al
weer bijna Kerstmis.
Nee, als dan zo achter in de middag de lamp is aangegaan en je hebt
voor de vierde of vijfde keer met een licht afgrijzen die koude olie
bollen van gisteren onder je neus gehad; je hebt gegeten, terwijl het
snoepen, die zoete zonde, je nog zwaar op de maag ligt, dan ben je
maar al te blij, wanneer het zonder kleerscheuren avond is geworden.
Laten we het nieuwe jaar nu eens goed beginnen door een keer echt
goed op tijd naar bed te gaan.
Je hebt het gehaald. De eerste dag van negentienhonderdzoveel is voorbij
en het was niet de gemakkelijkste. Jongens, een schrikkeljaar. We krijgen
er nog eentje extra ook, ten behoeve van die arme stakkers van de
29ste februari.
We slapen in. En we weten, dat alles weer gewoon doorrolt. Dat aan
deze en gene in het aangevangen jaar tegenslagen beschoren zijn; mis
schien zelfs harde slagen. En voor andere ligt in de nieuwe, weer on
houdbaar voortrollende reeks van dagen geluk verborgen. Komen we
aan de zijde van het geluk of het ongeluk? Wc weten het niet. Wc
kunnen niet anders doen dan naar beste weten meerollen in de malle
molen. Met de wens, toch altijd weer, om er wat van te maken.
Nieuwjaar is een fictie, laten we dat maar beseffen. Voor hele delen
van de wereld, het Mohammedaanse, het hele Verre Oosten was het
vandaag helemaal geen bijzondere dag. Dus het doet er niet zoveel
toe, of het voor ons ook niet zo was. Onze persoonlijke hoogtijdagen
zijn niet altijd aan de kalender gebonden.
Wel is belangrijk, als we het nog steeds een geluk vinden om een
verder levensjaar in te mogen gaan; ondanks, wellicht, grijzende haren,
vergane illusies, niet vervulde wensen, harde realiteiten. Omdat het zo
boeiend, zo bemoedigend, zo'n geluk is, een levend mens te zijn.
Moge dan de levende mens een gelukkig 1960 beschoren zijn!
De redacteur van het Gusto-Nieuws wenst alle lezers en lezeressen q
van harte een voorspoedig en gelukkig 1960 toe. Hij voegt hieraan
de wens toe, dat hij uit de lezerskring in 1960 meer kopij voor
g het Zeskant zal mogen ontvangen, dan in 1959 het geval is g
jOj geweest. jOj
2 (0)