worden, zodat het schip zelf boven water komt te liggen. Hij weet ook
nog, dat zo'n draagvleugelboot een snelheid van pl.min. 70 km per uur
kan ontwikkelen. Maar dat is dan ook alles.
Met een air van een bevaren zeeman stapt hij aan boord. Aan z'n ge
zicht zou je zeggen, dat hij op een schip volkomen thuis is. Nou ja, een
klein beetje is dat ook wel zo, maar dan moet het schip nog op de
helling liggen of voor de afbouwsteiger. Aan boord gekomen duikt de
landrot gauw in de kajuit. Het lijkt wel een soort tram. Aan beide zijden
van het looppad telkens drie zitplaatsen. In totaal ruimte voor 50 man.
Het valt op, dat de zitplaatsen met de rugzijde in de vaarrichting staan.
Dit is een veiligheidsmaatregel. Wanneer de boot plotseling zou moeten
afremmen (bij een vaart van pl.min. 70 km per uur) dan zou het kunnen
gebeuren, dat de passagiers voorover van hun stoelen zouden duiken.
Nu de stoelen met de rugleuning in de vaarrichting staan, kunnen de
passagiers bij het afremmen alleen maar stevig tegen de rugleuning
worden geduwd.
Nu heeft de landrot nog een paar technische gegevens. Niet van zichzelf,
maar bij elkaar gehaald bij een deskundige. De totale lengte van de
boot is 21,67 meter. De breedte over de vleugels gemeten is 7,50 meter
en over het dek 5,06 meter. De diepgang is 2,85 meter, maar als de
bcot op de vleugels vaart is de diepgang slechts 1,35 meter. Dan valt nog
te vermelden, dat het machinevermogen 1350 pk bedraagt.
Maar nu gaan we toch echt varen. Eerst langzaam achteruit de Gusto-
haven uit en dan wordt de neus van het schip in de richting van Hoek
van Holland gelegd. We gaan niet ver weg. Even voorbij Maassluis
moet tussen de kilometerpalen 1020 en 1021 de snelheid gemeten
worden.
En dan gebeurt het merkwaardige. Even vaart de boot met een „gewoon"
gangetje, dan wordt de snelheid opgevoerd en plotseling is het alsof
Neptunus zelf zijn hand onder de boot houdt en haar uit het water
drukt. Met een geweldige snelheid scheert het vaartuig over het water,
een spoor van sprankelende druppels achter zich latend. Vóór we
er erg in hebben zijn we de werf van Wilton-Fijenoord al voorbij.
Direct daarna passeren we Vlaardingen en even later komt Maassluis
al in het zicht.
Drie mannen met chronometers staan klaar. Uitkijken naar kilometer-
paal 1020. Daarbij staan twee zwarte paaltjes met witte koppen; een
vóór het bord en een er achter. Op het tijdstip, dat die twee paaltjes
in eikaars verlengde liggen, worden de chronometers ingedrukt. En dan
maar uitkijken naar het volgende bord met de bijbehorende paaltjes.
We zijn er gauw genoeg. In ongeveer 48 seconden. Dan worden de
chronometers stilgezet en de tijden opgenomen. Inmiddels vaart de boot
verder en na ongeveer weer een kilometer wordt er afgeremd. De boot
zakt nu dieper in het water en zodra de boeg het water raakt, wordt
een enorme golf opgeworpen, die in duizenden druppels water uiteen
spat.
De steven wordt gekeerd en we varen terug. Weer wordt de boot op
snelheid gebracht en weer klimt zij op de draagvleugel het water uit.
20 (0)