PROEFTOCHT
k
CO 403
Sleepboot voor
Brazilië
Bij strak blauwe lucht en een prachtig winterzonnetje stak op 13 januari
jl. de nog steeds naamloze motorsleepboot CO. 403 haar neus buiten de
werfhaven om op proeftocht te gaan. Door het ontbreken van verwarming
aan boord van dit voor Brazilië bestemde schip, waren daags te voren
enige petroleumkachels op de kop getikt om het verblijf enigszins te
veraangenamen.
Op de rivier gekomen werd de steven oostwaarts gericht om naar de
Nieuwe Merwede te varen waar de snelheidsproeven gehouden zouden
worden. Spoedig was hiervoor een geschikte plaats gevonden en er werden
op de kilometerborden, die aan de rivieroever geplaatst zijn, enkele runs
voor en tegen stroom op volle kracht gevaren. De mensen met de stop
horloges namen de tijd nauwkeurig op en na een eenvoudige berekening
bleek, dat de voorgeschreven snelheid behaald werd.
Behalve de snelheidsmeting, werden nog enkele beproevingen uitgevoerd,
nl. het opnemen van de draaicirkel, varen op het noodstuurwerk, het
overschakelen van volle kracht vooruit op volle kracht achteruit, ankeren
enz. Deze beproevingen verliepen vlot en bevredigend. Gedurende deze
tijd werden in de motorkamer de nodige metingen verricht, terwijl de
hoofdmotor en de hulpwerktuigen op hun goede werking beproefd
werden. Na enkele uren keerde men huiswaarts na een geslaagde tocht.
Enkele dagen later werd in de werfhaven de trekkracht aan de paal
gemeten, terwijl bovendien de davits en de reddingssloep, die voor dit
doel van de nodige ballast voorzien werd, aan een beproeving werden
onderworpen. Beide proeven verliepen naar wens en de vereiste trek
kracht werd ruim overschreden. In de middaguren werd nog een vaar-
proef op de rivier de Merwede uitgevoerd om de IHC-filmploeg die
ook de hiervoor beschreven trekproef en het strijken van de sloep op de
filmband heeft vastgelegd, in de gelegenheid te stellen het op volle
kracht varende schip te filmen.
Naar wij vernemen, zal de sleepboot zeer binnenkort naar Santos in
Brazilië verscheept worden. Op dit transport komen wij nog nader
terug. B. (De Klop)
19