Veel gebrom is ook dom Wat vindt U van de bromfiets? Niet de bromfiets als technische uit vinding, ter versnelling van de fiets en ter na-aping van de motoifiets, maar de brommer als verschijnsel in ons dagelijks verkeer. De brommer is in onze samenleving een onontbeerlijk apparaat geworden; we kunnen rustig zeggen, dat we hem niet meer zouden kunnen missen. Dat is één kant van de zaak. Tot er op een goede dag iets nog volmaakters wordt uitgevonden, of we allemaal een scooter of een auto kopen. Maar tegen die tijd zijn misschien ook de scooters en auto's al afgeschaft en ver plaatsen we ons verder per trottoir roulant, per ondergrondse blaasbuis, of per raket. Ons voornaamste bezwaar tegen de brommer is, dat hij geen brommer, maar een bruller is. De man, die de brommer heeft uitgevonden, zei blijkbaar tegen zichzelf: hoe meer lawaai hoe beter. En zijn navolgers dachten: jongens, we kunnen er nog een schepje op doen. Wie het hardst brult, wint het op de markt. Zo kregen we de moderne bruibrommer. En zo brullen we elkaar voorlopig zo hard mogelijk toe. De man die bijvoorbeeld 's morgens vroeg naar zijn werk gaat, brult tegen alle mensen, die nog slapen, door de lege straten: ik ben het eerste op. En degeen, die eens een keer laat thuiskomt, brult: zijn jullie allemaal al naar bed? Zo worden we uit de slaap gebruld. In de vrije tijd, vooral 's zaterdags en 's zondags zijn er tegenwoordig hoe langer hoe meer brullers, die zich prachtige, glimmende brulfietsen hebben aangeschaft, waarmee ze op afbetaling op elke honderd meter, die ze voor zich uit zo'n beetje vrij zien, circuit van Zandvoort- of T.T.-race-je spelen. Het is natuurlijk een grote voldoening, vooral als je van huis uit weinig te vertellen hebt, glimmend en blinkend tegen ieder, die je net niet over rijdt, te kunnen brullen: zag je me wel? Het is wel duidelijk, dat de brullende brommer, niet alleen omdat hij brult, maar ook omdat hij daarbij vele doodgewone verkeersregels over- brult, een probleem voor de samenleving is geworden. We lazen laatst een artikel van een Nederlands correspondent, die een aantal jaren in Amerika had vertoefd en die schreef, dat wat hem tijdens een vakantie in Nederland het meest was opgevallen, was dat er vergeleken met een paar jaar geleden zo enorm veel meer lawaai was. Ons rustige Neder land, vergeleken met het rusteloze Amerika! Het is dus zo langzamerhand zo geworden, dat de man, die de geruisloze, of laten we bescheiden zeggen, de knorrende, of mummelende brommer zou uitvinden, een standbeeld zou verdienen op een stil pleintje (waar??) of op een eenzaam plekje (waar??). Maar we zijn niet helemaal zeker, dat als hij heden ten dage die uitvinding deed, hij niet al van tevoren met uitvinding en al zou worden begraven. Want ze willen toch brullen? Willen we eigenlijk niet allemaal van tijd tot tijd eens zo h^rd mogelijk uitbrullen? Het is heerlijk, om tegen je medemensen te kunnen brullen: ik ben het eerste op, of: ik heb de glimmendste Zandvoort-T.T.-bruller van allemaal. Er zullen dus meer uitbrul-mogelijkheden bedacht moeten worden. 18 (0)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1960 | | pagina 8