Proefvaart Motorhopper „SIROCCO"
CO. 416
En na de kwesties van het transport komen tenslotte die van de montage
in bedrijfsklare toestand. Met de daaraan verbonden risico's in het verre
land is ook dit waarlijk geen peuleschilletje. Maar we hebben de heer
Van Keulen bereid gevonden, ginds de leiding van dit werk op zo zeer
gevarieerde vaartuigen op zich te nemen. En als eenmaal dat alles in
Brazilië ook kant en klaar is tot genoegen van opdrachtgevers, eerst dan
zal IHC Holland zich van de haar toevertrouwde taak gekweten hebben.
JK (LSZ)
Aangezien voor de proefvaart van de motorhopper Sirocco op 16
februari 1960, het vertrek van de werf was vastgesteld op 6 uur des
morgens, was het zaak die dag onwaarschijnlijk vroeg uit de veren te
zijn. Dit gelukte, zij het dan na een onrustige nacht vol bange dromen,
waarin ik het schip zich van de kade zag losmaken op het moment,
waarop ik zelf pas de werf op kwam rennen. Weliswaar vertrok het
schip pas om kwart over zes, maar het vroege opstaan was dus niet
voor niets geweest.
Er werd koers gezet naar de 3e Petroleumhaven, waar de Sirocco
rijkelijk gevuld werd met een smeuïge substantie, bestaande uit leem,
zand en water. Het innemen van deze vracht duurde zo'n anderhalf uur.
Daarna kon de reis pas goed een aanvang nemen. Het doel was het
Haringvliet, dat na een vier uur varen door een wel erg triest landschap
werd bereikt. Het weer was er inmiddels niet beter op geworden: wind
kracht 7 a 8, met flinke buien. Niet bepaald ideaal weer om een ge
meten mijl te varen.
Na de eerste run klopte er ogenschijnlijk iets niet met de snelheid van
het schip. Deze was namelijk te hoog! Bij nader inzien bleek men
echter met een gemeten kilometer te doen te hebben. Het nemen van de
snelheidsproeven nam twee uur in beslag. In die tijd hadden we nog een
ontmoeting met het zusje van de Sirocco, de Simoun (CO 415).
Door het vlotte verloop van de beproeving hadden we nog tijd over en
daarom werd besloten te kleppen. Nu had de lading echter kennelijk
besloten, zich tot het uiterste te verzetten. De kleppen gingen zonder
mankeren open en het peil in het laadruim zakte ook zienderogen, totdat
een grijnzende substantie zichtbaar werd, die een dijkenbouwer zou
hebben doen watertanden en die het ons eens lekker lastig zou maken.
Enfin, na enig voor- en achteruit varen, waren we het spul kwijt. Dit
was tevens een extra krachtproef voor de vaarmotoren, die weliswaar
niet op het programma voorkwam, maar die evengoed glansrijk werd
doorstaan.
34