Het was toen tijd naar Numansdorp te stevenen, vanwaar we per
heerlijk verwarmde bus huiswaarts keerden.
Aan die bus dachten we met weemoed terug, toen we de volgende morgen
met een andere (maar koude) bus weer naar Numansdorp gingen. Het
was koud, zowel in de bus als op de metalen massa, waarmee we weer
gingen varen. Na eerst deze massa tot enig leven te hebben gebracht
door een hulpmotor te starten, die ons licht en warmte moest brengen,
ging men over tot de orde van de tweede dag.
Daar waren dan allereerst de anker- en stuurproeven, gevolgd door de
snelheidsproeven. Een en ander in ongeladen toestand. Nadat ook dit
programmapunt tot volle tevredenheid was afgewerkt, werd aan thuis
varen gedacht. Na een kleine conferentie werden de heren van de
Belgische Zeevaartinspectie, die nog enkele wensen naar voren brachten,
met een sleepboot naar de haven Moerdijk-Oostzijde gebracht.
Toen begon de thuisvaart. De loods deed met toegeknepen oogjes een
mwe schatting: „Negen uur voor de wal", zei hij. Het werd half acht.
Toen maakten we vast en konden we van een geslaagde proeftocht
spreken.
Nog een woord van lof voor de verzorging van de naar binnen gekeerde
oftewel inwendige mens. Deze was voortreffelijk en heeft ten zeerste
bijgedragen tot de goede gang van zaken.
dV. Gusto
35