nog vóór 1 September 1959 uit Schiedam zou kunnen vertrekken. Dit is gelukt, dank zij enerzijds de gunstige weersomstandigheden van de vorige zomer en anderzijds door het grote enthousiasme, waarmede alle bij de bouw betrokkenen zich aan dit werk hebben gegeven. De beproe vingen bewezen, dat het gehele gecompliceerde mechaniek aan de gestelde eisen en aan de verwachtingen voldeed. Daarna werd begonnen met het „zeeklaar" maken. We noemden hiervoor de datum van 1 september 1959. Dit was niet een zo maar willekeurig vastgestelde leveringsdatum. Neen, zij hield verband met de mogelijkheid van het verslepen van het gevaarte naar de Perzische Golf. Zou het schip later uit Schiedam vertrekken, dan zou het transport een riskante onderneming worden in verband met de dan in het gebied van de Indische Oceaan heersende weersgesteldheid. Het zee-klaar maken van het schip vormde op zichzelf al een heel programma, waarvan de voornaamste punten waren: a. het aan boord brengen van de palen, waarop het eiland komt te rusten. Deze 8 palen zijn elk pl.min. 65 meter lang, met een doorsnee van 3x3 meter. Iedere paal bestaat uit 5 secties. De onderste twee secties bleven in het schip gemonteerd; de overige 8 x drie secties werden aan dek opgeslagen en vastgezet. b. het vastzetten van de zich aan boord bevindende kraan. Deze werd verankerd en versterkt. De giek werd neergelaten. c. de verzorging van het helicopterdek. Dit vliegdek, dat zich achter aan het schip bevindt, werd losgemaakt en aan boord opgeborgen. d. het omleggen van de boortoren. Deze toren, die omklapbaar is, werd neergelaten en horizontaal over het schip gelegd en vastgemaakt. e. het afsluiten van allerlei openingen in het dek en het dekhuis. Venti- latiekokers en andere kwetsbare delen werden verwijderd of met beschermende schotten omgeven. Vertrek uit Schiedam

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1960 | | pagina 22