aan het werk
De Shahmin Port-Said
Straatgezicht in Cairo
In het Zuidoosten lag de Nijldelta als
een dunne blauwgroene streep aan de
horizon en recht in het Oosten kwam de
zon op in een waas van roze, paarse en
duizend andere tinten, waarvoor geen
namen bestaan. Boven ons vliegtuig, dat
op zevenduizend meter hoogte vloog, de
violetblauwe hemel, die nog donker was
van de nacht.
Maar de zon kwam op en niet lang
daarna vlogen wij over de Nijldelta,
richting Cairo. Vanuit de lucht lijkt de
Nijldelta wel wat op Nederland. Akker
naast akker, doorsneden door talloze ri
vieren en hier en daar wat meertjes of
moerassen.
De landing in Cairo leverde niets bij
zonders op en dat is het beste wat men
van een landing kan zeggen. De directie
van het kantoor in Cairo van de Suez
Kanaal Maatschappij (SKM) was aan
het vliegveld om ons op te vangen,
loodste ons door de douane en binnen
twintig minuten waren we op weg naar
Cairo, El-Kahira in het Arabisch, het
geen betekent: Overwinnaar.
Het was nauwelijks zeven uur, maar de
zon stak naar onze nederlandse begrip
pen al fel en in de stad was het flink
druk. Van het vliegveld naar het hotel
en vandaar naar het kantoor van de
IHC-agent, terug naar het hotel, af
spraak met de publiciteitsafdeling van
de SKM afspraak met de Informa
tiedienst van de Egyptische Regering:
afspraak, telefoon, taxi, afspraak, taxi,
telefoon. Die eerste dag gaf al het
ritme aan, waarop wij de komende twee
weken in Egypte zouden werken.
Eén ding was prettig. Wij konden con
stateren, dat in de Verenigde Arabische
Republiek bij de autoriteiten de naam
IHC inderdaad iets betekent. Dat
maakte ons werk veel gemakkelijker en
de medewerking, die wij van alle zijden
hadden, was prima.
Onze film droeg als titel: „Poorten van
Egypte" en we hadden ons een opzet