Gemeenschapszin Bezit de gemiddelde Nederlander gemeenschapszin? Daarover zou men het wel eens kunnen hebben. Er zijn veel mensen, die beweren, dat wij echte individualisten zijn en niets voor de gemeenschap over hebben. We houden ons het liefst maar met onze eigen zaken bezig; met onze persoonlijke belangen of die van ons gezin en verder bemoeien we ons zo min mogelijk met onze medemensen. Als het ons maar goed gaat, dan zijn we allang tevreden. En „de overheid", of „de regering", of „de kerk", is er om te zorgen voor de gemeenschap en voor wie het niet goed gaat. Is dat nu allemaal zo? Er schuilt in die beschuldiging beslist wel enige waarheid. Wij lopen in het algemeen ten bate van de gemeenschap zeker niet erg gauw warm. Zeker niet, wanneer het om wat men dan wel noemt „nationale belangen" gaat. Wij beschouwen het als vanzelfspre kend, dat de overheid er is om voor de gemeenschap te zorgen. Dat is allemaal precies bij de wet geregeld. En dan weet ieder precies waaraan hij toe is. Ja, we hebben er wel eens bezwaar tegen, dat de overheid zich overal mee bemoeit en dat er zoveel is, waarvoor je toestemming moet hebben. Maar dat is nu eenmaal zo en niet anders. Als je er goed over nadenkt, komt het eigenlijk hier op neer, dat we allemaal met elkaar van mening zijn, dat voor gemeenschapsaangelegenheden „de overheid" verantwoordelijk is en niet wij. Toch is het ook al weer beslist niet zo, dat in Nederland alles wat de gemeenschap aangaat, uitsluitend door de overheid behartigd wordt. Het „particuliere initiatief", om dat bekende woord maar eens even te gebruiken, neemt zelfs in onze samenleving een vrij grote plaats in. Hoeveel instellingen zijn er niet, die echt uitsluitend ten bate van de gemeenschap werken? Hoeveel arbeid wordt niet geheel belangeloos door verenigingen en organisaties verricht ten bate van hulpbehoevenden en misdeelden? (0) 85

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1960 | | pagina 7