Gemeenschapszin
De Amerikanen zijn een wonderlijk volk. Ze doen veel dingen anders
dan wij; soms beter en soms ook moet je zeggen: zo zouden we het
beslist niet willen.
Het is altijd interessant om van gewoonten in een ander land kennis te
nemen. Zeker, als het een volk betreft, dat in de tegenwoordige tijd zo
grote invloed heeft.
De gemiddelde Amerikaan heeft een grote belangstelling voor alles wat
de gemeenschap aangaat. Dat klinkt ons wat wonderlijk in de oren.
Maar het is een feit, dat hij graag warm loopt voor de dingen, die zich
in het openbare leven afspelen. Hij vindt, dat hij daarmee te maken
heeft en hij wil meedoen.
Die belangstelling voor de gemeenschap is historisch heel goed te ver
klaren. De voortrekkers in Amerika, de eerste kolonisten, waren in hun
strijd tegen de wildernis volkomen op elkaar aangewezen. Zij konden
zich alleen handhaven wanneer zij de dingen gezamenlijk ondernamen;
de eenling was ten dode gedoemd. En die trek van samen ondernemen,
samen vechten om zich te handhaven en een betere toekomst te ver
werven, is ook vandaag de dag nog duidelijk aanwezig.
Daardoor is de gemiddelde Amerikaan weinig geneigd om de behartiging
van gemeenschappelijke belangen aan anderen over te laten. Zelfs niet
aan de overheid. De overheid moet zo weinig mogelijk doen en we
moeten zelf zoveel mogelijk doen, is zijn standpunt. Als er, op welk
gebied dan ook, wat moet tot stand komen, stroopt hij zijn hemds
mouwen op en zegt tegen zijn buren, zijn stadgenoten, zijn streekgenoten:
jongens, we gaan eens even de handen ineen slaan; dat komt voor
elkaar.
Deze neiging tot samen iets ondernemen in het openbaar belang is in
Amerika speciaal na de oorlog bekend geworden onder de naam „com
munity action" (gemeenschapsactie). Een „community" (gemeenschap)
kan in Amerika om zo te zeggen alles zijn. Zij kan bestaan uit de be-
(0) 97