E.H.B.O. 5 mei 1963. Ongeveer 80 zwaar gewonden; één man capabel om hulp te verlenen; geen medisch centrum in deze sector. Dit klinkt alsof een journalist en zijn redactie verlangen naar een rust periode in Maasoord! Toch kan dit een normaal, dagelijks bericht worden. Neen, ik ben geen paniekzaaier, maar iemand, die de laatste oorlog in zijn ergste vormen heeft meegemaakt en die weet, waarover hij praat. Ik dut nog niet in ons „economisch" steeds zachter wordend bedje. Mijn dut en sluimer worden nog steeds verlucht door een kelder, waar 29 staande doden staarden naar een niet ontplofte bom van 1000 kg; zij waren verdronken in het leidingwater, wachtend, welke dood het eerst kwam. Hier kon geen hulp meer baten, maar soms heb ik de schepping aan geklaagd dat ik geen tien handen had om te helpen om al het bloed om mij heen te stelpen. Dan word je woedend wanneer je ingenieur X, je laatste hoop op hulp, ziet vluchten en wil je wel in de grond kruipen uit schaamte voor je „mede-intellectueel". Mij is de taak opgedragen om groepen mensen op te leiden om in geval van nood hulp te bieden. Deze mensen komen voort uit de E.H.B.O. en worden, na een intensieve cursus, E.H.I.O. (Eerste Hulp In Oorlogs tijd); een geschoold apparaat om mensenlevens te redden. Ja, echt redden; b.v. injecties en infuus aanleggen om shock te voorkomen en vele andere handelingen, welke in tijd van nood de dokter moeten vervangen. Juist hier hebben wij de intellectueel nodig, die gewend is om leiding te geven, snel doordachte handelingen te verrichten en vooral verant woordelijkheid te dragen. Onze E.H.B.O.-verenigingen hebben nooit de belangstelling gehad van de meer intellectueel geschoolde kringen, want de E.H.B.O. werd zo'n beetje beschouwd als een gemiddelde tussen een klaverjasclub en een gymnastiekvereniging. En het excuus „We hebben het al zo druk" is een best excuus. Wanneer dit voor U, intellectueel, een blijvend excuus is om U niet voor te bereiden op het redden van Uw medemensen in nood, slaap dan gezapig verder, want dan hebt U het alleen druk met slapen om Uw verantwoordelijkheid weg te drukken. Maar mag ik dan de wakende staf en leiding vragen om ook een enkel uur per week zich voor te bereiden op onvoorziene mogelijkheden en de moed te hebben om het voorbeeld van de eenvoudige man in zijn bedrijf te volgen. Diegenen, die het bovenstaande aanmatigend vinden, vraag ik excuus uit naam van hen, die ik nodeloos zag sterven en van hen, die zonder Uw hulp misschien Dr. A. J. Nolen, Docent E.H.B.O., Slikkerveer. 116 (0)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1960 | | pagina 14