gesprekken, waar, in goede sfeer, plaats gehad hebbende ongevallen worden besproken. Men moet iedereen er van overtuigen, dat hij zelf een deel van de aansprakelijkheid draagt. Het begrip aansprakelijkheid heeft blijkens de discussie verschillende aspecten. Van andere zijde volgt nl. de vraag of men dan maar eindeloos zou moeten doorgaan met het dele geren van verantwoordelijkheid naar beneden. Dit heeft bezwaren, want de onderste man kan niet aan alle punten van het betreffende wets artikel in de Veiligheidswet voldoen. Men kan volgens artikel 29 sub 2 de arbeider niet in alle gevallen aansprakelijk stellen. Dit is hier en daar ook wel het standpunt van de rechter. Tenslotte maakt de rechter zelf wel uit hoever aansprakelijkheid naar beneden bestaat. Zuiver juridisch gezien klinkt de waarschuwing: ga niet te ver naar beneden met het delegeren van verantwoordelijkheid in de zin van de wet. Er moet echter nooit uit angst voor de arbeidsinspectie aan veiligheidswerk worden ge daan. Het is beter via de lange en moeilijke weg van de opvoeding het veiligheidswerk te propageren. Al zal ergens op een bepaald punt in de rangorde de wettelijke aan sprakelijkheid kunnen ophouden, niet de morele aansprakelijkheid, want daarin is iedere werknemer mede verantwoordelijk. Veel kan men aan een baas overlaten, want die kent zijn mensen beter dan wie ook in het bedrijf. Over plaats en bevoegdheid van de Veiligheidsinspecteur in de bedrijven bestaan in de vergadering uiteenlopende meningen. Volgens sommigen moet deze in bepaalde gevallen onmiddelijk kunnen ingrijpen, ongeacht de gevolgen en zonder volgens anderen dat daardoor de verantwoordelijkheid van de bedrijfsleiding wordt ontlast. Daartegenover staat de mening uit de vergadering, dat vele veiligheids taken berusten bij de bazen en stopzetten van het werk door een Veilig heidsinspecteur een vreemde situatie is. Een andere Veiligheidsinspecteur zou willen, dat hij meer zeggenschap had, niet alleen naar de zijde van de arbeiders, maar ook naar boven. Tenslotte is er de mening, dat de taak van de Veiligheidsinspecteur adviserend moet zijn, alhoewel een advies wel degelijk bindend kan zijn. De heer Boomert stelt, dat niet alleen uit zuiver economische overwe gingen het veiligheidswerk moet worden gepropageerd. Het gaat ook om het voorkomen van menselijk leed. In de ontzaglijk snelle ontwikke ling op technisch gebied zou er nog meer voorlichting moeten komen over de gevaren, die de mens in en door zijn arbeid bedreigen. Voor lichting is er al door veiligheidswet en vele voorschriften. En toch blijven er ongevallen bestaan. Moeten er dan nog meer voorschriften komen? 126 (0)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1960 | | pagina 12