Herfst Dc rond de propaantank gezaaide, doch te laat opgekomen zonne bloemen trachten nog zoveel mogelijk van de schrale herfstzonne- stralen op te vangen en buigen verlangend hun zware hoofden, waarin de zaden niet meer tot rijpheid zouden komen, naar het oosten; de richting waar het grote licht van warmte en leven moest opkomen... Doch de aarde had zich al te ver van de warmtebron afgewend, ge hoorzamende aan die onverstoorbare macht om de vastgestelde be wegingscyclus nauwkeurig te volbrengen. De laagvallende stralen gaven niet meer die wonderlijke groeikracht en de zonnebloemen bogen moe deloos nog dieper de hoofden. Veldmuizen zagen in de treurende bloe men nog een laatste kans en klommen langs de broze stengels naar boven om zich te goed te doen aan de kleffe, natte zaden. Het gewicht van de kleine muizenlichamen was te veel voor de zwakke planten; de stengels knakten en de bloemen stortten neer op de mod derige aarde, prijsgegeven aan het onvermijdelijke proces der ont binding. Datgene, dat toeslaat zodra de gouden levensdraad wordt door gesneden; het noodlot van alles wat leeft. De muizen lagen even verschrikt door elkaar, maar zetten daarna de gestoorde maaltijd voort om zich voorlopig uit de dodelijke greep van de honger te ontworstelen. De bomen hebben voor het nieuwe, zich nu reeds in de kiem aankondi gende nieuwe leven, hun prachtige bladeren zien verschrompelen en werden gedwongen ze los te laten, gretig meegesleurd door de na jaarswind, die ze in alle richtingen verstrooide. Vele van die bladeren bedekken de aarde rondom de stammen en geven door ontbinding de stoffen, waaruit hun opvolgers de nodige krachten kunnen putten. Zodat de eeuwige keten van leven dood leven niet verbroken zal worden; het ene overgaande in het andere... De ongecompliceerde mussen zitten op de rand van het hek te kijken naar het spel van de muizen met de neergebogen zonnebloemen. Ze schudden rillerig hun doorweekte verenpelsjes en wachten gelaten af wat het leven hun brengen zal. De hongerige meeuwen worden steeds strijdlustiger en humeuriger; de honger begint zich ook bij hen merk baar te maken. En zodra de sirene de mensen ten tweede male maant tekenpennen en hamers op te nemen, scheren ze rondom de hoofden van de uit het schaftlokaal stromende mensenmenigte, in de hoop, dat er brood is overgebleven, dat neergeworpen op de daken of in het haventje een dankbaar motief is om het recht van de sterkste te (0) 139

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1960 | | pagina 9