ties in verschillende bladen en de folders, die zijn verspreid, wel
algemeen bekend geworden, dat de Werf Gusto óók een Be-
drijfsschool heeft. Het is gebleken, dat dit feit lang niet bij ieder
een bekend was.
Hoeveel leerlingen er op de Bedrijfsschool zijn gekomen? Kijkt
U maar eens in de opgave van het in dienst getreden personeel.
Wat zijn dat nu allemaal voor jongens? Ze komen van de Lagere
School, van de Scholen voor Voortgezet Lager Onderwijs, van
de ULO-scholen en van de Lagere Technische Scholen. Het zijn
allemaal jongens van 14, 15 of 16 jaar. Er zijn kleine knulletjes
bij, van wie je denkt, dat ze dubbel zullen slaan als ze een zware
hamer moeten optillen, en er zijn forse knapen bij, die zoals
men dat noemt al prikkeldraad pruimen. Maar één ding heb
ben ze gemeen. En dat is, dat ze allemaal zó van de school ko
men. Hoe het tegenwoordig met de schooltijden zit, weten we
niet precies, want het is al zo lang geleden, dat wij de school
banken verlaten hebben. Maar in onze jongensjaren waren de
schooltijden van 9 tot 12 en van 2 tot 4 uur, oftewel vijf uur per
dag. Maar dan waren we tenminste woensdag- en zaterdagmid
dag vrij. Bovendien waren er nog een paar vacanties: herfstva-
cantie, Kerstvacantie, Paasvacantie, Pinkstervacantie en de grote
vacantie. Alles bij elkaar was dat wel een maand of twee.
De vacanties zijn er voor de schoolgaande jeugd nu ook nog en
de schooltijden zullen wel niet zo heel veeel veranderd zijn.
Nu moet U zich eens indenken: al die knulletjes en knullen ko
men zó van school en gaan nu naar de Bedrijfsschool. Van de
ene school naar de andere, zult U zeggen, maar wat een ver
schil. Geen vijf uur naar school, maar acht en een half uur per
dag werken. Met het uur schafttijd, dat ze hebben, is dat toch
negen en een half uur per dag, dat zij aan het bedrijf gebonden
zijn. De vacantie, die we bij de gewone school op ongeveer twee
maanden stelden, is voor hen nu ingekrompen tot twee weken en
drie snipperdagen!
De overgang van de school naar het bedrijf is voor deze leerjon
gens zeker niet gemakkelijk. Niet alleen door de gewijzigde werk
tijden, maar ook en vooral omdat ze van een jeugd-gemeen-
schap overgaan naar een grote-mensen-gemeenschap.
Het doel van de plaatsing van deze jongens op de Bedrijfsschool
is goede vaklieden van hen te maken. Maar behalve dat willen
wij hen ook opvoeden tot flinke, reële mensen. We willen „ke
rels" van hen maken. Ook daaraan zal het personeel, dat met
de opleiding belast is, zijn beste krachten geven. Als we dit doel
echter willen bereiken, zullen alle werknemers van de Werf daar-
(0) 131