waren er nog verhitte gelederen. Voor de volgende dag niet veel
woorden, één is genoeg: „Regen". Maar weer vroeg naar bed,
want de volgende dag zou lang worden. Er zou een tocht naar
Paul Wurth, een van onze leveranciers, worden gemaakt.
Om 6 uur was het reveille; bij de beesten af en dat noemt men
vakantie. Half acht werd met een luxe toeringcar de reis aan
gevangen. Half negen bereikten we het kantoor; een kantoor waar
ons bouwbureau ook wel eens een excursie naar kan gaan ma
ken. Daar werden wij ontvangen door de vice-direkteur, die ons
de bijzonderheden van zijn fabriek vertelde en ons een folder
over het bedrijf en een over het toerisme in Luxemburg uit
reikte. Hierna trokken wij in twee groepen de werkplaatsen in.
De ene groep eerst naar
de constructiehal, welke
voor ons niet zo interes
sant was, daar deze veel
weg had van onze eigen
werkplaats. De andere
groep naar de gieterij, die
wel wat leuker was, maar
toch niet zo interesant als
we gehoopt hadden, omdat
de volgende dag pas gego
ten zou worden. Hierna in
de bus en trokken wij naar
het plaatsje Bcttel waar
ons door Paul Wurth een
diner werd aangeboden,
een diner waar de grootste
eter „U" tegen zegt. Toen
naar Vianden, waar we een
stuwmeer in aanbouw zijn
gaan bezichtigen. Door
naar het stamvaderlijk slot van de familie Oranje-Nassau, ten
minste de resten, die hiervan zijn overgebleven. Door de mooie
plekjes van Luxemburg zijn we weer op ons tijdelijk tehuis af
gegaan.
(0) 135