zers en leraren, of speciale taaldeskundigen, maar in het algemeen van mensen, die het goed menen met de Nederlandse taal als een bezit van het hele volk. Zij willen helpen om die taal zuiver te houden en haar eenvoudig en goed toe te passen. Dat is geen gemakkelijke opgaaf; men zou zelfs kunnen zeggen, dat het een gevecht tegen de bierkaai is. Het aantal vreemde, buitenlandse woorden, dat vooral na de oorlog in ons taalgebruik is binnen gedrongen is verbijsterend groot. Het aantal mensen, dat een eenvoudige brief in goed Nederlands kan schrijven, is ontstellend gering. Er zijn stemmen opgegaan, die zeggen, dat - wil men de Nederlandse taal als een eigen taal in stand houden - het nodig zal zijn om aan het vak Nederlands op de lagere scholen meer aandacht te geven. Men kan werkelijk niet zeggen, dat ieder, die de lagere school verlaat, in staat is goed Nederlands te spreken en te schrijven, en wat het verdere onderwijs betreft, moet vaak geconstateerd worden, dat naar mate de vakkennis toeneemt de zuivere taalkennis schijnt af te nemen. Is dat nu zo erg?, zal iemand misschien geneigd zijn op te mer ken. Ja, dat is erg. Maar waarom het erg is, valt helaas moeilijk onder woorden te brengen. Liefde of gevoel voor een goed taal gebruik heeft meer te betekenen dan pedanterie, overdreven na tionaal gevoel, of neiging tot bijzonderheid. 'De moedertaal', al dus heeft prof. dr. Garmt Stuiveling onlangs gezegd, 'is niet alleen het meest natuurlijke, maar ook het maximale middel van ver standhouding tussen de mensen'. Dat wil dus zeggen, door onze moedertaal moeten wij elkander bereiken. En met andere woor den, als wij die taal misbruiken, hebben wij meer moeite om elkaar te bereiken, met alle gevolgen daarvan. Ga maar eens na, hoe ergerlijk het is, te moeten luisteren naar iemand, die niet in staat is duidelijk, logisch, eenvoudig, helder Nederlands te spreken. Dat leidt tot verwijdering. 'Een volk, dat zijn eigen moedertaal niet verzorgt', heeft prof. Stuiveling ook gezegd, 'is bezig aan zijn eigen ondergang te wer ken'. Dan gaat een der sterkste bindingen, waardoor men zich in een land één kan voelen, verloren. Er is dus alle reden, dat wij ons best blijven doen voor een goed taalgebruik. Op het tweejaarlijkse congres van het genoemde genootschap is door dr. Joh. Scheurer, van Van der Heem N.V., in den Haag ook een lezing gehouden over 'De taal in het bedrijfsleven'. Het is nu eenmaal een feit, dat een groot deel van het Nederlandse volk zijn dagelijkse arbeid in een bedrijf verricht. En het is dus duidelijk, dat de taal, die in de bedrijven wordt gesproken en ge schreven van invloed is op het taalgebruik in heel Nederland. 148 (0)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1961 | | pagina 10