HET SCHOOLBOEK AANGEVULD Om de machines in onze fabrieken te laten draaien en om de motoren in onze auto's, treinen en vliegtuigen te laten lopen hebben we brandstof nodig. We moeten ervoor zorgen dat de energie die in de bekende energiebronnen beschikbaar is, wordt omgezet op een manier die ons past. Wat zijn de bekende energiebronnen? Heel lang hebben wij onze energie hoofdzakelijk geput uit steenkool. Door steen kool te verbranden en water te verhitten wekten we stoom op en daarop lieten en laten! we machines draaien. Steenkool is nog steeds een belangrijke energiebron. Maar ernaast is de olie opgekomen als een energiebron, die in verschillende geval len de voorkeur kreeg. Met tenslotte als modernste energiebron het uranium, waarvan wij de kernenergie gebruiken: de energie die wij vrij maken uit de atoomkern. Er is nog niet zo lang geleden een periode geweest dat kolen in Europa schaars waren; er moest flink worden ingevoerd van overzee. Olie leek om politieke redenen het roerige Midden- Oosten! niet zonder haperingen te krijgen. De kernenergie diende zich aan als de reddende engel in Europa's energiebron. Maar de gebeurtenissen hebben zich anders ontwikkeld: er is steenkool genoeg en er is helemaal niet te weinig olie. Kern energie lijkt dus nog lang niet aan bod te zijn. Maar omstreeks 1957 zag dat er anders uit en het was dus alleszins begrijpelijk dat de zes landen van de Europese Gemeenschap een speciale kernenergie-gemeenschap oprichtten die onder de naam „Eur atom" in 1958 zijn leven begon. Hoe juist dat besluit was, on danks het feit dat wij niet om kernenergie als plaatsvervanger van kolen of olie zitten te springen, blijkt wel uit de ontwikkeling die de Euratom-Gemeenschap de laatste jaren heeft doorgemaakt. Op een breed terrein heeft Euratom de voorbereidingen op gang gebracht om in West-Europa de toepassing van kernenergie mogelijk te maken. Berekeningen van Euratom tonen aan dat kernenergie over niet te lange tijd even duur zal zijn als de „ge- 180 (0)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1961 | | pagina 10