HET SCHOOLBOEK AANGEVULD De Europese Gemeenschap lijkt een ingewikkelde zaak. Er zijn allerlei Commissies, Comité's en Raden; er is „Kolen en Staal" en er is „Euromarkt"; er is ook „Euratom". En „Straatsburg". Wat betekent dat allemaal? Wie dat vraagt wil dus weten hoe de Europese Gemeenschap in elkaar zit en hoe zij werkt. Maar vaak gaat het er nog meer om, te horen wat de resultaten zijn: hoe het loopt met het economisch samensmelten van Neder land, België, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk en Italië. Deze zes landen moeten één Gemeenschap worden. In die ene Gemeenschap hij is dichter bij dan we denken! zal het even normaal zijn zaken te doen in het ene of in het andere deel, zoals het ook nu even normaal is zaken te doen Noord- of in Zuid-Nederland, of in West- of Oost-Vlaanderen. De Verdragen die de zes landen hebben gesloten om de Europese Gemeenschap op te richten voorzien in vrij verkeer van personen, over de nationale grenzen heen. Bovendien voorzien de Verdragen in vrij verkeer van ooederen. Tot dat doel moeten de moeilijkheden, die er aan onze grenzen worden gemaakt als we iets willen in voeren, langzamerhand worden opgeheven. Daar zijn we hard mee bezig, jylet regelmatige tussenpozen gaat er van de invoerrechten zo'n tien procent af. De regeringen van onze zes landen hebben zelfs besloten een enkele keer een extra tariefsverlaging toe te passen. Ze willen de Europese Gemeenschap sneller tot stand brengen. En het zal dan ook niet zo heel lang meer duren of de invoerrechten in de onderlinge handel tussen onze zes landen zullen verdwenen zijn. Er behoeven toch ook geen invoerrechten te worden betaald als we in ons eigen land iets van de ene provincie naar de andere willen brengen! Zo zal het ook mogelijk worden zonder moeilijkheden in de Europese Gemeen schap iets van het ene land naar het andere land te brengen. Dat betekent niet dat dan alles in de Europese Gemeenschap zal zijn alsof er tussen de zes landen geen ver schillen meer bestaan. Die verschillen zijn er voorlopig nog een hele tijd. Invoerrechten afschaffen is op zichzelf niet zo moeilijk. Het komt erop neer dat langzaamaan de bescherming van eigen industrie tegen buitenlandse concurrentie wordt weggenomen. Maar de concurrentie krijgt daarmee nog geen honderd procent vrij spel! Want in het ene land zal bijvoorbeeld de regering een bepaalde industrie minder belasting laten betalen, in het andere land zullen arbeiders bepaalde sociale voordelen hebben, dan weer zal het in het ene land mogelijk zijn goedkoop iets te vervoeren (en vervoeren is altijd nodig om de geprodu ceerde goederen bij de consument te brengen), ofwel de vestigingseisen zijn in het ene land heel wat gunstiger dan in het andere land. Dat zijn allemaal zaken die moeten worden rechtgetrokken en het duurt een hele tijd voordat dat klaar is. Vaak is een voorschrift in een land, bijvoorbeeld een belastingvoorschrift, gebaseerd op heel oude wetten die onderdeel zijn van een traditioneel stelsel. Zo'n stelsel is vaak erg ingewikkeld en daardoor niet zo eenvoudig te veranderen. Ook loonstelsels kunnen in het ene of andere land heel anders zijn opgebouwd. Traditie is niet zo maar te verloochenen! Wie wil proberen ervoor te zorgen dat de werknemers in het ene deel van de Europese Gemeenschap ongeveer evenveel vakantie krijgen als in het andere deel van de Gemeenschap, die moet beginnen met zich af te vragen wat eigenlijk onder „vakantie" wordt verstaan. Dat lijkt een beetje een domme vraag; wie weet niet wat vakantie is! Maar als we deze zaak gaan onderzoeken, blijkt dat er in het ene land ruim vakantie is met weinig losse vrije dagen en in het andere land weinig vakantie met veel officiële feestdagen het hele jaar door! Op den duur zal toch ook voor een probleem als dit een oplossing moeten worden gevonden die aan allerlei omstandigheden en voorwaarden is aangepast. Als arbeiders vrij van het ene land naar het andere land mogen verhuizen om beschikbare vacatures te ver vullen, is het harmoniseren van de sociale voorzieningen nu eenmaal een zaak van belang. Dat betekent niet dat de levensomstandigheden allemaal gelijk moeten zijn, gelukkig niet! Maar de arbeids voorwaarden zullen wel vergelijkbaar moeten zijn, waarbij vooral achterstanden moeten worden weggenomen. Nu is dat een zaak die, bij het wegvallen van de economische grenzen, ook wel een beetje vanzelf gaat. Als de mensen en de goederen vrij de grenzen over mogen, komt er alleen al daardoor veel meer eenheid in het geheel. Wie de Europese Gemeenschap van nu vergelijkt met wat wij een paar jaar geleden Europese Gemeenschap noemden ziet een groot verschil. De onontkoombare toekomst ligt duidelijk voor ons. Maar om die toekomst tot realiteit te maken is het nodig het totstandkomen van de Europese Gemeenschap steeds te blijven bevorderen, zowel op sociaal terrein als op andere gebieden. Het sluiten van een Verdrag tussen zes regeringen is op zichzelf niet voldoende; het Verdrag, met alle voorzieningen die daartoe zijn getroffen, moet ook worden uitgevoerd. Daartoe zijn enkele organen opgericht die samen het onontbeerlijke gezag vertegenwoordigen van de Europese Gemeenschap. Een democratisch gezag: het Europese Parlement en een onafhankelijk Hof van Justitie slaan daar borg voor. De Europese Gemeenschap mag een ingewikkeld geheel lijken, zij is in alle geval een openbare zaak. Toen de Europese Gemeenschap begon te werken, in 1958, hadden de Europese landen zeggenschap over allerlei gebieden in Afrika. België had zijn Kongo, Frankrijk voerde het bestuur over een grote reeks koloniën, (0) 9

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1962 | | pagina 5