BYLONISCHE ASPECTEN
Thans, nu de Europese eenwording steeds meer op de
voorgrond treedt, worden wij zonder het te willen of te
weten met de neus op de feiten gedrukt. Het Nederlandse
bedrijfsleven maakt steeds in geruime mate gebruik van
buitenlandse werkkrachten. Met het binnenhalen van deze
buitenlanders komt tevens het probleem aan de orde, dat
op diverse plaatsen in ons land reeds aanleiding tot botsin
gen heeft gegeven en waarmede plaatselijke autoriteiten
en de politie zich moest bemoeien.
Welk probleem is dat? Het verschil in zeden en moraal.
Maar ook het elkander niet kunnen verstaan en begrijpen.
De grondoorzaak van de moeilijkheden, die zich ten laan-
zien van buitenlandse arbeidskrachten voordoen, is het
taalprobleem.
Dit taalprobleem is niet nieuw. In Polen is reeds in het
jaar 1887 een leerboek verschenen van een algemene inter
nationale taal, onder pseudoniem uitgegeven door Dr.
Esperanto. De schrijver was de in 1859 geboren L. L. Za-
menhof, aan wie door zijn moeder steeds was voorgehou
den, dat alle mensen broeders zijn en die in zijn geboorte
plaats Bialystok vaak werd gegrepen door de onderlinge
twisten en onenigheden van de daar wonende en werkende
arbeiders van verschillende nationaliteiten. Hij wilde aan
die onenigheden, die grotendeels ontstonden doordat de
mensen elkaar niet verstonden en dus niet begrepen, een
einde maken door het creëren van een taal, die allen zou
den kunnen verstaan, het Esperanto. Deze taal is nu reeds
75 jaar in gebruik. En wij moderne mensen, wij, die de
wereld met onze moderne verkeersmiddelen zó klein heb
ben gemaakt, dat we in luttele uren van werelddeel tot
werelddeel kunnen gaan, wij staan figuurlijk gesproken
met onze mond vol tanden als wij iemand over de grens in
ons midden hebben. Onze internationale begripsuitingen
bestaan uit schouderophalen, ja en neen knikken en om
aan te tonen, dat we het goed menen lachen.
De reeds 75 jaar in gebruik zijnde wereldtaal Esperanto is
nog niet in voldoende mate gemeen goed geworden onder
de arbeiders. Toch is dat juist de wens van de ontwerper
Zamenhof geweest, want in de brieven van Zamcnhot'
(Leteroj de Zamenhof, II, pag. 263) staat: „Het terrein,
dat gij voor uw arbeid hebt gekozen, is zeer belangrijk.
Misschien is voor niemand in de wereld onze demokratise
taal van zoveel betekenis als voor de arbeiders en ik hoop,
dat vroeg of laat de arbeidersklasse de krachtigste steun
zal zijn voor onze zaak. De arbeiders zullen niet alleen het
nut van esperanto ondervinden, maar zij zullen ook, meer
dan anderen, het wezen en de idee van het esperantismc
aanvoelen."
Esperantisten zijn geen nieuwe fantasten, maar praktische
idealisten, die met beide benen stevig op de grond staan
te midden van de werkelijkheid. Esperanto brengt niet
alleen de gedachten bijeen maar bovendien en bovenal de
harten. Aan ieder die dit leest de welgemeende raad: Neem
kennis van esperanto; morgen zoudt U het zelf wel eens
nodig kunnen hebben.
L. C. v. d. M.
NOOT VAN DE REDACTIE:
Bovenstaande ontboezeming ontvingen wij van een van onze medewerkers. We mogen
evenwel de waarde van het Esperanto als communicatiemiddel met de buitenlandse
arbeidskrachten niet te hoog aanslaan, zolang het Esperanto niet in alle landen als
verplicht leervak op de lagere scholen wordt onderwezen. We zijn er van overtuigd, dat
er onder onze buitenlandse medewerkers er niet één is, die Esperanto spreekt of schrijft.
Indien deze arbeiders buiten hun eigen landstaal nog een andere taal spreken, dan is het
een taal, die zij tijdens hun tewerkstelling in een ander land hebben geleerd.
32 (0)