doven en het doet komisch aan als we die jongelui de stok ken als polstok zien gebruiken om zo vijf, zes treden van het altaar naar beneden te springen. Als we de cathedraal verlaten moeten we haastig de zon nebril opzetten! We komen uit de duisternis, uit de rust, uit de koelte weer in het felle zonlicht, in de drukte en in de warmte. Wie iets van Sevilla wil zien en speciaal van de oude bin nenstad, doet verstandig een rijtuigje te huren en zich een paar uur te laten rondrijden. Hij komt dan door aller- lei kleine, smalle straatjes, bij minuscuul kleine pleintjes, waar in den regel toch nog een standbeeld of een fontein staat. Fonteinen en standbeelden, daar is Spanje vol van. En dan een rijkdom van bloemen, zowel op de openbare weg als aan de huizen. De huizen zijn veelal rond een bin nenplaats gebouwd. De grotere huizen hebben hun eigen binnenplaats, meestal versierd met mozaïek en altijd met bloemen en planten. Op de pleinen ziet men veel palmen, maar ook veel sinaasappelbomen. In het voorjaar, als de sinaasappel bloeit, kunnen we zo n plein al van verre rui ken. Dat is de echte oranjebloesem, die bij ons voor het bruidstoilet zo in trek is. De koetsier is al niet anders dan zijn collega's uit andere landen. Hij stopt op een pleintje voor een huis en nodigt ons uit binnen te gaan. Een gang door, een trapje op en we staan in een van de bekendste souvenierwinkels van Sevilla. Er is van alles te koop. Siersmeedwerk uit Toledo, poppen in klederdracht (en er zijn veel klederdrachten in Spanje!), leerwerk, rietwerk, tegels, asbakken met of zonder groet uit Sevilla en nog veel meer. Het is alsof we in zo'n winkel aan het Damrak in Amsterdam staan, maar dan in het Spaans. We neuzen eens rond; 't is allemaal vrij duur en dus kopen we niets. We zijn er echter niet minder welkom om geweest, want met een vriendelijke groet laat de winke lier ons uit, alsof we zijn beste klanten waren. Dan gaan we naar het Alcazar. Iedere plaats van beteke nis heeft een Alcazar en dat is eigenlijk de oude vesting. Het Alcazar van Sevilla is thans ingericht als museum: wandtapijten, schilderijen, prenten, en een deel is ingericht met de complete meubilering uit vroeger tijden. De vroe gere kasteelheren hebben zeker geen woningnood gekend. Alles is heel interessant, maar zoals ieder museum- bezoek erg vermoeiend. Dan zien we een richtingbordje, dat de weg naar de tuin aangeeft. Die tuin is heerlijk! Fon teinen, standbeeldjes (natuurlijk), vijvers, lanen en... ban ken, waar we heerlijk kunnen uitrusten. Ook hier weer de zelfde gewaarwording als in de Dom. Een oase van rust in het midden van een drukke stad. In de tuin van het Alcazar staat een sinaasappelboom met een opschrift, waaruit blijkt dat die boom al meer dan 1000 jaar oud is. Niettemin staat hij in volle bloei, terwijl er nog sinaasappelen van de vorige bloei in hangen. Plcin in Sevilla. 52 (0)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1962 | | pagina 8