SPAANSE DANSEN
Anderhalve dag vrij! Het is zo gauw om en er is zo veel te
zien. Eén ding hebben we nog gemist en dat is de Spaanse
dans. Dus gaan we op een avond naar een van de buiten
wijken, waar de deel van een boerderij als dansvloer is in
gericht. Rond de dansvloer staan tafeltjes en stoelen. In
een hoek staat nog een boerenwagen en er brandt een open
houtvuur. Het orkestje zit in een paardebox en het dak is
versierd met papieren slingers en lampions. Er wordt mu
ziek gemaakt, er wordt gezongen (flamenco) en er wordt
gedanst door Spaanse schonen! Het zijn inderdaad knappe
meisjes. Maar het geheel is echt „vreemdelingenindustrie".
We hebben de Spaanse dansen mooier gezien, maar dat
was in... Rotterdam. Dat was van een gezelschap, samen
gesteld uit de beste volksdansgroepen uit de verschillende
Spaanse provincies, dat een tournee door verschillende
landen maakte. Als die groep nog eens in Holland komt,
ga er dan heen. 't Is zeer de moeite waard. Maar het dan
sen in Se villa, neen... Ons in Spanje wonend commissielid
zei er van: „Dit is nu in Holland Sijtje Boes en de binnen
huisjes op Marken". Zoals we al zeiden: vreemdelingen
industrie.
NAAR MADRID
Een paar dagen nog en de werving loopt ten einde. We
moeten nog naar Madrid om onze zaken op de Neder
landse Ambassade af te wikkelen. We willen de volgende
dag vroeg in de morgen naar Madrid vliegen. Maar dat
gaat niet door. Er is namelijk in Sevilla het een of andere
congres geweest en alle vliegtuigen zijn voor die dag vol
geboekt. Goed, dan maar met de trein. Die doet er onge
veer tien uur over; de vliegmachine doet het in vijf kwar
tier. We bespreken een slaapcompartiment en stappen
's avonds om half twaalf in de trein. Weer zo'n moderne
als we de vorige keer van Cadiz naar Sevilla hebben gehad.
We kruipen in bed en als we wakker worden zijn we nog
maar een uurtje van Madrid.
In Madrid gaan we eerst ontbijten en dan aan het werk.
Want voor de laatste ploeg arbeiders, die in Sevilla is aan
genomen, moeten de contracten nog worden opgemaakt.
Tegen twaalf uur is alles in orde. De middag gebruiken we
om een bezoek te brengen aan de „Berg der Gevallenen",
een 50 km buiten Madrid. Daar is in de bergen een enorme
gang uitgehakt, die eindigt in een ondergrondse basiliek.
De gang, die prachtig versierd is, is naar onze schatting
zeker een veertig meter breed en een driehonderd meter
lang. Achter de zijmuren van deze gang liggen de gevalle
nen uit de Spaanse Burgeroorlog begraven. Als we alles
bekeken hebben en terug willen gaan, vinden we de ingang
afgesloten door een jongenskoor. Is er iets bijzonders op
til? Ja, dat is inderdaad het geval, want even later arriveert
in purperen gewaad de bisschop van Madrid, om
geven door talrijke geestelijken, officieren en partij-mensen.
Het jongenskoor zingt en dan gaat het in processie de haast
onafzienbare gang door naar de basiliek, de eigenlijke kerk
ruimte. De bisschop zit, geflankeerd door geestelijken, op
zijn zetel op het altaar en onderhoudt zich met een groep
kinderen, die in de stoet zijn meegekomen. Wat er precies
gebeurt begrijpen we niet, maar er schijnt toch op de een
of andere manier feest te zijn.
Onze reisgenoot van het Rijksarbeidsbureau loopt met zijn
fototoestel in de aanslag. Maar mag er hier gefotografeerd
worden? En dan nog wel met Blitzlicht en in een kerk?
Vragen aan een van de Suisse's, die in de kerk dienst doen.
Ja, het mag, maar dan moeten er 15 peseta's betaald wor
den. Voor die 15 peseta's mogen 5 opnamen gemaakt wor
den. Onze reisgenoot krijgt een kaartje op zijn jas hangen
en bij iedere opname wordt daar een hoekje van afge
scheurd. Bij de vijfde opname wordt het kaartje ingenomen.
De bisschop lacht eens vriendelijk tegen de verschillende
fotografen als hij van zeer dichtbij in het felle licht gezet
wordt. Hij is er kennelijk aan gewend.
Dan gaan we terug naar Madrid. Eten en niet te laat naar
bed. De volgende morgen gaan we naar de Ambassade,
waar alles overhoop ligt. Men is namelijk aan het verhui
zen. De verhuizers dragen de meubelen en kisten naar bin
nen en zetten alles netjes op zijn plaats. Het blijkt ons, dat
een verhuizer in Madrid met een hele dag werken vijf en
dertig peseta's verdient; dus ƒ2,10 Hollands geld. Maar
ze werken graag voor de Ambassade, want ze weten, dat
ze aan het einde van de dag een fooi krijgen, die misschien
niet zo heel ver van hun dagloon af ligt. We doen onze
zaken af. Alles is in orde. In de middag gaan we terug
naar Nederland.
We verlaten Spanje, het land van licht en zon. We gaan
naar huis. En het is weer net zo als de vorige keer: Schip
hol, koud, regen! Brrrr...
W.
(0) 53