Op maandag, 6 augustus j.l. zijn we precies om acht uur
vertrokken van het Schiedamse postkantoor met een groep
van 30 jongens van de Bedrijfsschool en de leiding, be
staande uit Mevrouw Bebelaar en de heren Venema en
Heutz. Zonder dat wij er erg in hadden waren wij bij ons
vacantiecentrum, de „Katjeskelder" aangekomen, waar we
een kopje koffie aangeboden kregen. Na de koffie gingen
we ons dagverblijf opzoeken; daarna gingen we op zoek
naar de slaapzalen. We zochten zo gauw mogelijk een be
hoorlijk bed uit, want er waren ook slechte bij. Dan volgde
het uitpakken van onze bagage en dan weer naar het dag
verblijf om te eten.
Na het eten zijn we naar het dorp (Oosterhout) gegaan. We
hebben ons daar bij het stadhuis verzameld, want er waren
er bij met een behoorlijke gang, maar ook met een „Cool-
singel-gangetje". Toen we er allemaal waren, zijn we naar
een ijsbar gegaan, waar we een consumptie gingen gebrui
ken. Nadat we daardoor allemaal opgefrist waren, werd er
een flinke wandeltocht ingezet naar het kamp. Daar kwa
men we uitgehongerd aan. Het eten smaakte dan ook best.
Na het eten waren we vrij.
Dinsdagmorgen hebben we een voetbalwedstrijd gespeeld,
die in een gelijk spel eindigde. Na het eten zijn we naar
Breda gedaan. Dat was een flinke wandeltocht, waar we
lang over deden. De afspraak was, dat we in Breda alle
maal een consumptie zouden krijgen, maar alle snackbars
waren zodanig bezet, dat er nergens plaats voor een groep
van 30 man was te vinden. Dus kregen we allemaal geld
voor een consumptie en konden nu zelf een snackbar gaan
uitzoeken. Na het eten waren we weer vrij en konden we
gaan dansen in de cantine of gaan kaarten in ons dagver
blijf.
Woensdagochtend waren we al vroeg uit de veren voor een
bustocht naar België. We reden om tien uur de weg op
naar Antwerpen, waar we wat door de drukste straten heb
ben gereden. Toen ging het verder in de richting Gent. Het
lunchpakket, dat we hadden meegekregen, werd onderweg
verorberd. In Gent hebben we enkele excursies gemaakt,
die om vier uur waren afgelopen. Toen nog tot vijf uur vrij
de stad in. Om vijf uur vertrokken we naar Brugge. Brugge
is een heel mooie stad, die we per autobus bekeken hebben,
aangezien er nergens plaats was om te parkeren. Van
Brugge zijn we doorgereden naar Breskens, waar we op
een moderne veerboot de Westerschelde overgingen naar
Vlissingen. De tocht ging verder naar Middelburg. Daar zijn
we uitgestapt en gaan eten. Na het eten nog even de stad in
en toen weer verder. Naar Oosterhout, naar de Katjeskelder,
waar we tegen elf uur aankwamen.
Donderdagmorgen zouden we weer gaan voetballen, maar
toen we op het veld aankwamen, was de helft van de jon
gens zoek. We hebben toen maar een paar kleine partijtjes
gekozen en de wedstrijd eindigde weer in een gelijk spel.
Daarop gingen we weer naar het kamp terug, waar we na
het eten hoorden, dat we 's middags vrij zouden zijn. Ieder
een zocht zijn eigen weg; er waren jongens, die naar het
zwembad gingen, anderen kozen de weg naar Oosterhout,
Breda of Tilburg. Vooral Tilburg was erg aantrekkelijk,
omdat daar kermis was. 's Avonds om negen uur waren er
grote „smokkeltochten" op touw gezet, die goed geslaagd
zijn, en tot elf uur duurden. Want op dat tijdstip kwamen
we tot de ontdekking, dat we verdwaald waren en ondanks
veel gezoek waren we toch om half twaalf allemaal weer
in het kamp. Om twaalf uur gingen de jongens onder lei
ding van de heren Venema en Heutz een tijdrit maken. De
eerste jongens werden om twaalf uur losgelaten en waren
binnen de zeven minuten weer thuis. Dat was zeer snel,
aangezien de leiding er twee en een half uur over gedaan
had!
Vrijdagochtend zijn we met ons allen koffie gaan drinken in
een aan de weg gelegen café, waar meteen het billard bezet
was en de grammofoonplaten werden gedraaid. Ongeveer
twaalf uur zijn we naar het kamp teruggegaan, waar het
eten al klaar stond. Na het eten kregen we de keuze tussen
een spel gaan doen of ergens naar toe gaan. De keus viel
op het spel. 's Avonds hebben we met toestemming van de
boswachter een voortreffelijk kampvuur gemaakt. Daar
werden liedjes gezongen en werd door de heer Venema een
zeer spannend verhaal verteld, waarvan we allemaal onder
de indruk kwamen. Na het kampvuur goed gedoofd te heb
ben, zijn we naar het kamp teruggegaan. Daar zijn we di
rect in bed gekropen, want de volgende morgen zouden we
vroeg moeten opstaan.
Zaterdag zijn we eerst koffie gaan drinken in hetzelfde ca
fé, waar we vrijdag ook al geweest waren. Om één uur was
het tijd om de terugreis aan te vangen. We gingen eerst naar
hotel „Boslust", waar we een diner aangeboden kregen.
Tijdens dat diner hebben we aan Mevrouw Bebelaar een
geschenk aangeboden en haar bedankt voor de prachtige
week, die we gehad hadden. Om half vier kwam de bus
aangereden en konden we instappen. Er was n.l. een groep
vrijwilligers, die eerder naar het kamp was gegaan en daar
onze bagage had ingeladen. Toen ging het naar Schiedam,
waar we om zes uur aankwamen. Daar gingen we uit el
kaar en zo gauw mogelijk naar huis.
Einde Gusto-kamp 1962.
W. Westdijk
(0) 69