SPELEN MET LUCIFERS De heer P. van Hofwegen speelt met lucifers. Zijn hele gezin, al zijn vrienden en kennissen spe len met lucifers. Maar het is geen gevaarlijk spelletje, integen deel, zodra iemand een lucifer aansteekt roept iedereen: „Doe uit!!" De heer van Hofwegen wil na melijk alleen lucifers met nau welijks aangebrande kop heb ben. Lucifers waarmee een gas- toestel is aangestoken, kan je gebruiken, maar als er een pe- troleumtoestel mee is aangesto ken, nee, dan kan je ze wel weg gooien In zijn naaste omgeving is dit ge woon een reactie geworden, want de heer P. van Hofwegen, schilder bij J. K. Smit, heeft altijd lucifers met nauwelijks aangebrande koppen nodig. „Verbrande kop valt niet af". Daarin gelooft hij vurig, zoals trouwens op de foto ook wel te zien is. Wat hij dan met al die lucifers doet? Ook dat is op de foto's te zien. Toen wij dat prachtige lucifer dorpje zagen was onze eerste re actie: hoeveel zouden er daar wel inzitten? En verder: wat een dia bolische naam in zo'n vredig dorp, het „Lucifer Hotel". Zijn luciferdorp heeft trouwens al eens op een tentoonstelling gestaan; maar dat was een vo geltentoonstelling. Vogels zijn ook al een hobby van hem! Bij onze talloze gesprekken met hobbyisten is het ons al dikwijls opgevallen, dat de meesten zich niet tot één hobby beperken, de heer van Hofwegen b.v. doet ook veel aan zangpietjes en zelfs aan het kweken van fazanten. Maar terug tot de lucifers: net afgebrande koppen geven teke ning in het spel, rode lucifers ook, maar die zijn tegenwoordig moei lijk te krijgen. Met afgesneden lucifers tot een halve of kwart lengte, kan je leuke patroontjes maken. De huisjes, kerken en winkels zijn van eigen ontwerp, de lucifers worden met een penseeltje op karton geplakt. Het moet een fascinerende be zigheid zijn, want de heer Van Hofwegen zegt: „Ik heb wel eens 's avonds een heel pak lucifers opgebrand, omdat ik verder wil de met het werk. Het is wonder lijk wat je met afgebrande luci fers kunt doen. Je kunt er zelfs schilderijen van maken Over dit dorp heb ik twee win ters gedaan. Hoeveel er in zit ten? Raadt U maar eens". Wij raden: „nou, dat dak van dat kleine huisje naast die kerk, een stuk of 500?" Het blijken er 150 te zijn. „Drie doosjes", zegt de heer Van Hofwegen. Hij heeft kennelijk wel wat doosjes opgebrand voor zijn hobby, hoe zou hij het an ders zo precies weten? De heggen zijn gemaakt van hor- regaas, lijm en nog wat spul; het grint in de tuintjes is gezeefd tot alleen het allerkleinste over bleef. De kaasjes in de melkwin- kel zijn van gips. Want voor de ware hobbyist is alleen het zelf gemaakte het ware, kopen kan iedereen Misschien is dit ook wel niet he lemaal waar, want als wij vra gen wat zijn verdere plannen met het luciferdorp zijn antwoordt hij: „Nou, eigenlijk niets. Misschien dat ik er nog eens een tramlijn in maak, van lucifers natuurlijk, maar het moet dan toch wel met een echt elektrisch spoor. Dan zou ik er nog al wat aan moeten uitgeven Hier valt mevrouw Van Hofwe gen nuchter in: „dan moet je maar wat minder pietjes hou den". En dat doet ons er aan denken dat in deze hobbyrubriek de da mes eigenlijk nooit aan het woord gekomen zijn, terwijl de hobbies van hun echtgenoten toch eigenlijk bij de gratie van hun goede wil mogelijk zijn? Want wie ruimt er altijd de rom mel op? ;»e iWPi - Hij vertelt nog andere wetens waardigheden over zijn dorpje.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1962 | | pagina 12