ASSOCIATIE MET AFRIKAANSE LANDEN - MAAR HOE?
daarbij op niet mis te verstane wijze te kennen gegeven, dat
de Europese Gemeenschap hierbij zal moeten helpen. In
zijn State of Union van 1961 heeft hij zijn denkbeelden
hierover uiteengezet. In de derde plaats zou het koren op
de molen van het communisme zijn, indien de E.E.G. zich
aan die taak zou onttrekken, want het is geen geheim, dat
Amerika niet de hele wereld in z'n eentje op de schouders
kan nemen. Men zou dus een groot aantal Afro-Aziatische
landen in de armen van het communisme drijven.
In de boezem van de E.E.G. wordt nu gezocht naar een
middel om de thans geassocieerde Afrikaanse landen niet
minder te geven en andere ontwikkelingslanden evenveel.
Nu is de sleutel der wijzen nog nooit gevonden, maar tijdens
de ministersconferentie van de E.E.G., die begin maart 1962
werd gehouden, begon ook aan Franse zijde het inzicht
door te breken, dat men zich niet kan bepalen tot die
zestien Afrikaanse landen alleen. Dat is reeds een zeer
belangrijke stap voorwaarts want daar door is de impasse,
waarin de besprekingen over de herziening van de asso
ciatie verkeerden, in feite doorbroken. Men begint nu over
de grenzen van de Euromarkt heen te zien. Men is zich
bewust, althans men begint zich bewust te worden, dat de
verheffing van miljoenen mensen in de wereld - meer dan
de helft lijdt honger - alleen doeltreffend tot stand kan
komen wanneer Amerika en de E.E.G., die de meest wel
varende landen van de wereld zijn, hun politiek in dit
opzicht op elkaar gaan afstemmen. Zal dit nu betekenen,
dat de ontwikkelingslanden per definitie de westerse wereld
politiek zullen onderschrijven? Sommige misschien wel,
maar de meeste zullen de voorkeur geven aan een neutrale
koers. Wat men in de ontwikkelingslanden echter zeer goed
weet, is, dat de hulpverlening uit de communistische landen
een fractie bedraagt van hetgeen de westerse landen nu reeds
doen. Het gaat er echter niet alleen om wie de meeste
roebels of dollars weggeeft, het gaat er in de eerste plaats
om een plan de campagne in samenwerking met de ont
wikkelingslanden op te stellen, dat is afgestemd op datgene,
waaraan een bepaald land werkelijk behoefte heeft. Daar
aan is in het verleden niet altijd de juiste aandacht besteed;
met prestige-objecten, hoe gaarne de ontwikkelingslanden
die ook vaak zien, wordt geen gezonde economie opge,
bouwd, maar de mogelijkheid is nu door de politiek van
Kennedy en de veranderende inzichten in de E.E.G. ge
groeid, dat het Westen inderdaad tot een gecoördineerd
optreden zal geraken.
Er zal nog heel veel afgepraat en gewerkt moeten worden
voordat de "man in the street" van de tropen een bestaan
heeft bereikt, dat enigszins te vergelijken is met het leven
in het Westen. Maar dat de westerse mens thans begint te
beseffen, dat hij dit in samenwerking tot stand zal moeten
brengen is een gebeuren waarvan wij, aan het begin van
deze ontwikkeling staande, nauwelijks de draagwijdte kun
nen overzien.
De eerste helft van de twintigste eeuw is een tijd geweest
van oorlogen en wantrouwen. Zal de tweede helft de op
bouw en het herstel van het vertrouwen tussen de volkeren
te zien geven? Daaraan te werken is een fascinerende taak.
(0) 7