gen. Maar wat nog belangrijker is: de Zes hebben zich ver plicht deze staten bij te staan in hun economische opbouw. Daartoe is een bedrag van 730 miljoen gereserveerd, bijeen te brengen door de zes landen van de E.E.G. Dat is dus een bedrag van omstreeks 2,5 miljard gulden! Te be steden in vijf jaar, te verstrekken door de Europese Inves teringsbank, een orgaan van de Europese gemeenschappen. Hierdoor zal het mogelijk zijn om een doelbewust ontwik kelingsbeleid te bepalen en zal het vaak wat fragmentarische karakter, dat de activiteiten op het gebied van werk in ontwikkelingslanden nu nog aankleeft, voorkomen kunnen worden. Bovendien is er in het nieuwe associatie-verdrag een bepaling opgenomen, dat ook andere ontwikkelings landen van min of meer dezelfde economische structuur tot de conventie kunnen toetreden. Zij krijgen dan, evenals de E.E.G. jegens hen, dezelfde rechten en plichten. Dit is een grote stap voorwaarts, niet alleen voor de E.E.G., maar ook voor de betrokken ontwikkelingslanden. Men hoort wel eens zeggen dat het eigenlijk overbodig is dat de E.E.G. - en ook Amerika - zich zoveel moeite ge troosten om ontwikkelingswerk te verrichten. Zij kunnen toch ook wel zonder die landen bestaan en waarom al "dat ethische gedoe". Het is natuurlijk waar dat in sommi gen kringen dit werk van een wat al te ethische kant wordt bekeken. Het speelt een rol, zeker - de sterken voor de zwakken is nog altijd een goed uitgangspunt - maar eco nomisch is de opbouw van deze landen noodzakelijk. De hooggeïndustrialiseerde landen, waaronder ook Nederland, hebben er direct belang bij dat de in economisch opzicht onderontwikkelde wereld op de been wordt geholpen, want meer welvaart in die landen betekent ook meer koopkracht en meer koopkracht betekent aanschaffing van industriële produkten, dus ook werk voor ons. Die landen kunnen óns niet missen als afzetgebied voor hun tropische produkten en wij kunnen hèn niet missen als afzetgebied voor onze industriële produkten. Nuchter gezegd komt het er dus op neer dat de honderden miljoenen guldens, die nu in de ont wikkelingslanden worden "gestopt" er op de duur tot voor deel van beide partijen weer uitkomen. Werk van generaties Dat is uiteraard geen zaak van vandaag op morgen. Daar zullen tientallen jaren mee gemoeid zijn. Maar het is de moeite meer dan waard, te meer waar het politiek gevaarlijk zou zijn om het niet te doen, want wie armoe lijdt is on tevreden, wordt agressief, wordt een "haard van onrust". Dit ontwikkelingswerk bouwt aan de wereld van morgen, een nieuwe wereld, waarin een heel ander Europa dan vroeger zijn positie heeft hervonden. Niet op basis van overheersing, maar op basis van samenwerking. Maar, zult U zeggen, wanneer we nu in de kranten lezen over de gebeurtenisen in Kongo, wanneer we lezen dat veel van het ontwikkelingswerk in Pakistan alleen maar ten goede is gekomen van een kleine groep, wanneer we lezen dat in Turkije textielfabrieken zijn gebouwd op plaatsen waar in de verre omtrek geen katoen verbouwd kan worden, waardoor die fabrieken weer stil liggen, wanneer we lezen over het misbruik van hulpverleningsgelden in tal van Zuidamerikaanse en Aziatische landen, dan vragen we ons in wanhoop af wat we er nu eigenlijk mee opschieten. En of het geld niet in bodemloze putten is geworpen. Maar daar staat tegenover dat van die fouten geleerd is, dat de Wereldbank en de Europese Investeringsbank zich nu concentreren op projecten, die een werkelijke bijdrage zijn tot de ontplooiing van die landen. Een boek als "The Ugly American" heeft miljoenen in het westen, ook de verantwoordelijke autoriteiten, de ogen geopend. Naast de fouten, die men ook in de toekomst wel zal maken, zijn er ook de goede oplossingen: stuwdammen (die droge, braakliggende gronden van water voorzien), wegen (die binnenlanden openleggen), het aanleggen van havens, de voorziening met telecommunicatie-apparatuur, het aanleg gen van vliegvelden, de bouw van elektrische centrales, het reguleren van rivieren, medische voorzieningen, de bouw van fabrieken, die duizenden werk geven, etc. Ook al realiseren we het ons nauwelijks in de beslomme ringen van het dagelijks bestaan, wij bouwen allen aan een nieuwe wereld. Door het stukje van Uw belastinggeld, dat eraan wordt besteed of door het werkstuk, dat U onder handen hebt. Overdreven? Al die kleine stukjes arbeid bij elkaar, al die kleine stukjes van het belastinggeld bij elkaar vormen de honderden mil joenen guldens, waarmee de wereld een nieuw gezicht krijgt. Laten we ons dagelijks werk ook eens van die kant be kijken! 16 (0)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1963 | | pagina 12