DRIE JUBILEA HET VERHAAL VAN EEN ZEE-HOND De garantie-machinist, de heer P. Wessels, heeft vele zeeën bevaren en in zijn lange loopbaan heel wat meegemaakt. Hij zond ons het onderstaande verhaal, dat ons tot boven staande titel inspireerde. Ter afwisseling zouden we een reis maken van La Plata via San Lorenzo - Valparaiso - Cabo Blanco - Organos terug naar Buenos Aires. Juist vóór het vertrek tippelde er een hond aan boord, een soort foxterrier; wit met een zwart gevlekt oog. Iedereen aan boord zei (in het Spaans): "Dat is Bobbie." Het beest wist tot mijn verwondering overal aan boord de weg en tegen etenstijd ging hij vlak voor de deur van de kombuis zitten om zijn portie af te wachten. Als je tegen Bobbie sprak, ging hij prompt op zijn achterpoten zitten en bewoog zijn voorpootjes al vragend op en neer. Voor de rest was hij de hele dag aan dek te vinden, waar hij de pompman gezelschap hield, 's Nachts sliep Bobbie ook in de hut van de pompman. Zo maakte Bobbie deze reis van veertig dagen mee. In Peru is hij zelfs met ons meegeweest op een autotocht dwars door de woestijn naar de grens van Equador. Daar mocht Bobbie echter de grens niet over, met als gevolg, dat wij uit sympathie voor hem ook de grens maar niet ge passeerd zijn. Terug in Buenos Aires verdween Bobbie spoorloos, maar toen ik vijf maanden later met een andere tanker in deze stad arriveerde, zag ik tot mijn verbazing Bobbie weer aan boord stappen! Ditmaal was het slechts voor een kort reisje; hij ging mee tot Rosario. Hij was de eerste, die bij aankomst aldaar de wal opging en 'm smeerde naar een tankschip van dezelfde maatschappij, dat daar toe vallig lag. Onze derde werktuigkundige vertelde mij, dat Bobbie al acht jaar geleden als pup aan boord was gekomen. Het diertje vergist zich nooit in een schip van "zijn" maat schappij en is altijd in de een of andere buitenlandse haven op tijd aan boord. Ieder lid van de bemanning van de schepen van de maatschappij kent Bobbie en beschouwt hem als een deel van de inventaris en iedereen is vriendelijk voor hem. Tankers van andere buitenlandse maatschappijen laat hij links liggen; hij vaart alleen met "zijn" maatschappij, het geen vermoedelijk te verklaren is door het feit, dat hij alleen Spaans verstaat. En zo zwerft Bobbie door geheel Noord- en Zuid-Amerika, van het ene schip naar het andere, maar altijd een schip van "zijn" maatschappij. Denkelijk zal hij dan ook wel op zee zijn einde vinden. P. Wessels Op 16 januari 1963 werden, in verband met hun zilveren dienstjubileum, de heren P. Brouwer, P. M. Meijer en M. Pluijmers door de Directie ontvangen. De jubilarissen werden toegesproken door de heer Ir. A. Smulders, die er op wees, dat de wereldnaam, die de Werf Gusto zich in de loop der jaren verworven heeft, voor een groot deel te danken is aan een vaste groep medewerkers, waar de Directie op kan steunen. De jubilarissen van vandaag behoren tot deze groep mede werkers. Als dank voor hun trouw aan de onderneming reikte spreker aan de jubilarissen het zilveren Gusto-insigne uit en overhandigde aan elk van hen een gouden horloge en een geschenk onder enveloppe. Namens de Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en Handel overhandigde spreker aan de jubilarissen het ver erend getuigschrift van deze Maatschappij met de daarbij behorende zilveren legpenning. De echtgenoten van de jubilarissen ontvingen uit handen van de heer Smulders een doos bonbons. De bijeenkomst werd besloten met een samenzijn onder het genot van een kopje koffie en met een bezoek aan de modellenzaal. (0) 9

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1963 | | pagina 5