DE "WILLEM BARENDSZ" MET GRAAGTE TE WATER Na een héél korte aarzeling stoof op vrijdag 22 maart bij vennoot De Klop met de snelheid van een spoortrein de „Willem Barendsz" van de helling. En eenmaal in zijn ele ment scheen deze nieuwe aanwinst van de vloot van N.V. Bureau Wijsmuller er niet genoeg van te kunnen krijgen, want het scherp gebouwde schip zette sterk door en moest door de sleepboten aan de overzijde van de Merwede opge haald worden. Mevrouw M. A. A. Bührman-Klopper, echtgenote van de burgemeester van Velsen, had even tevoren op vlotte wijze de doop verricht onder belangstelling vooral ook van per soneel van Bureau Wijsmuller, dat in grote getale van IJmuiden naar Sliedrecht was gereisd. De „Willem Barendsz" maakt deel uit van een nieuwbouw- programma van vier sleepboten, de „Groningen" en de „Gelderland", en twee grotere schepen, de „Willem Ba rendsz" en de „Jacob van Heemskerck", die ieder een ver mogen hebben van 5375 ipk. Deze twee fraaie, sterke zee slepers zijn gebouwd naar ontwerp-tekeningen van vennoot L. Smit en Zoon. In een vorige aflevering van Het Zeskant zijn de hoofd kenmerken van de „Willem Barendsz" reeds vermeld, maar het schip is het zéker waard dat wij er nogmaals een korte beschrijving van geven. Het voorschip heeft een kniklijn halverhoogte tussen de waterlijn en het bakdek, waardoor bij het in zee opstomen het water beter van het schip wordt afgeduwd. Van de spek- ankers is niets te zien, want de ankernissen passen er zoda nig omheen dat de onderkant van de ankers deze geheel afsluiten. Om dan met een fikse sprong (52.80 meter, om precies te zijn) ineens op het achterschip te belanden: ook hier is iets buitengewoons te zien, want de beting heeft een bijzondere vorm. Er zijn vier sleepbogen, waarvan alleen de achterste van zij tot zij gaat. Ook het silhouet van dit schip is anders dan wij van sleep boten gewend zijn; het wordt bepaald door twee hoge mas ten op het achterdek, die tevens als rookuitlaat dienst doen: de „Willem Barendsz" heeft dan ook geen schoorsteen. Het schip heeft één schroef die door twee motoren gedre ven wordt. De twee direkt omkeerbare Werkspoor-twee- takt dieselmotoren zijn via Hydroflex Airflex koppelingen verbonden aan een dubbele tandwielreduktiekast met één uitgaande as, die gekoppeld is aan de schroefas. Mocht er dus één motor uitvallen dan kan de reis op de andere mo tor voortgezet worden. Al met al is de „Willem Barendsz" een fraai en interessant schip, waar zowel L. Smit en Zoon als De Klop eer mee inleggen. Wij twijfelen er niet aan dat Bureau Wijsmuller vreugde aan deze stoere zeesleper zal beleven en wensen reeds nu de bemanning een behouden en vooral ook een voordelige (want daar gaat het toch om) vaart toe. 29

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1963 | | pagina 13