KOUD STAAL EN WARME VLINDERKLEUREN
Het is geen wonder dat de mens
door de eeuwen heen altijd ge
boeid is geweest door de fonke
lende pracht der vlinders. Zij be
horen tot de kleurrijkste en aan
trekkelijkste schepselen, die de
natuur ons biedt. Maar het is
niet slechts deze kleurenpracht
die ons zo boeit: er zijn vele
wonderlijke zaken in het leven
der vlinders.
De heer A. Blom, afschrijver bij
De Klop, een toegewijd vlinder
liefhebber en -verzamelaar, ver
telt ons hierover met groot en
thousiasme en duidelijke kennis
van zaken.
Van de 1800 vlindersoorten die
in ons land voorkomen behoren
er slechts 100 tot de dagvlinders:
de overigen zult u slechts zelden
te zien krijgen, want zij vliegen
slechts in het duister. Van de
vele methoden om deze soorten
te vangen is deze er één: u smeert
32
op een boom een mengsel van
stroop en rum. Als u na een
poosje uw zaklantaarn aansteekt
zult u een aantal lichtelijk be
schonken vlinders zien zitten die
zich gemakkelijk laten vangen.
Sommige vlindersoorten over
winteren hier. Tijdens hun win
terslaap kunnen zij zich zelfs la
ten bevriezen tot een bros ijs
klompje, om in het voorjaar
weer de wijde wereld in te dar
telen en hun eitjes te leggen. An
dere vlinders verlaten ons land
voor warmere streken. De trek-
drang en het feilloze oriëntatie
vermogen der vlinders plaatsen
de wetenschap voor een raadsel.
Met hun tere vleugels zijn zij in
staat om binnen enige weken af
standen van vijfduizend kilome
ter of meer af te leggen. De trek
der vlinders wordt soms gekon-
troleerd door op de vleugels van
gevangen exemplaren miniscule
aluminium plaatjes aan te bren
gen met de nodige gegevens.
En wist u dat vlinders zich par
fumeren? Zij scheiden een geur
af die vlinderkenners met een
goede neus zelfs geblinddoekt de
soort kan laten herkennen. De
meeste vlinders hebben een par
fum van bloemengeur, zoals
kamperfoelie, rode klaver of fre
sia.
Vroeger dacht men wel dat deze
geur de mannetjes en vrouwtjes
bij elkaar bracht, want de man
netjes blijken de aanwezigheid
van een vrouwtje op grote af
stand te bespeuren. Zo had de
heer Blom eens een glazen pot
met een vrouwtjesvlinder onder
zijn werkbank staan. Toevallig
zag hij op vele honderden me
ters afstand een mannetje van
dezelfde soort. Hij volgde het
diertje en zag hoe het doelbe
wust op de lashal afvloog, naar
binnen fladderde en recht op de
pot met het vrouwtje afging.
Tegenwoordig gelooft men dat
vlinders een soort radar bezitten,
maar een oplossing voor het
raadsel is nog steeds niet gevon
den.
Er zijn natuurlijk vele manieren
om een vlinderverzameling op te
zetten. De heer Blom zou liever
een volledige verzameling hebben
van alle Nederlandse soorten dan
de fraaiste uitheemse exempla
ren. Maar ook dit is niet een
voudig, want sommige soorten
komen slechts gedurende een be
paalde korte periode op een be
paalde plaats voor, en het is niet
zo eenvoudig om in mei te zeg
gen: „Kom, ik ga eens naar
Schiermonnikoog, kijken of ik
een aardbeivlinder kan vangen
voor mijn verzameling".
De heer Blom heeft thans een
verzameling van ongeveer 200
exemplaren, die alle gevangen
zijn in de omgeving van Slie-
drecht. Maar hij kent daar dan
ook ieder plekje en weet precies
wanneer, en op welke bloem
soort, een bepaalde vlinder te
vinden is.
Dit is dan ook één van de rede
nen waarom hij zo van zijn hob
by houdt; de wandelingen in de
natuur, gepaard aan de plezieri
ge spanning: „Zou ik vandaag
nu eindelijk eens een oleander
pijlstaart vinden?"
En de andere reden had hij niet
treffender kunnen formuleren:
„Ach, je werkt de hele dag met
dat harde, koude staal. Dan doen
die vlinders je goed".