"Dan bel ik Nico op en die zorgt voor een nieuwe kist" Twaalf drie-tons topkranen, voor het transport netjes uit elkaar gehaald, kun je in honderdtwintig kisten stoppen. Die kisten zet je op een schip en de kapitein van dat schip is dan wel zo vriendelijk, het hele zaakje op de kade van Basra in Irak te zetten. Daarmee is de opdracht uitgevoerd. Toch is het wel duidelijk, dat hiermee geen punt achter het verhaal kan worden gezet. De klant in Basra wil graag iemand van ons erbij hebben, wanneer al dat stukgoed uit die kisten wordt samengevoegd tot de kranen, die hij heeft besteld. Dat kan gebeuren. Vennoot Conrad-Stork, die de twaalf kranen voor Basra bouwde (en later nog vier) zond haar buitenmonteur M. P. Nijenhuis uit naar deze bloeiende havenstad. „Hoe dat nu allemaal ging, met die honderdtwintig kisten waaruit twaalf kranen moesten worden getoverd" was dezer dagen de vraag aan de heer Nijenhuis, toen hij terug was uit Basra en op het punt stond, er weer heen te gaan. Hij zei, dat het allemaal heel gewoon was gegaan. Maar wat is „gewoon" voor een buitenmonteur, die altijd weer overal ter wereld als een kat in een vreemd pakhuis wordt gezet en die, evenals die spreekwoordelijke kat, ze ven levens heeft? Het begon er al mee dat een van de schepen, die een deel van de kranenzending aan boord had, in het Kanaal in brand raakte na een aanvaring. De heer Nijenhuis heeft er overigens niet veel pijn aan gehad. De kraankisten ble ken te zijn gered en met enige vertraging kwamen zij in on geschonden staat op de kade van Basra terecht. Zo kon het opbouwen van de kranen beginnen. „Hoe weet je nu waar je moet beginnen en waar je moet eindigen?" Tja, als de heer Nijenhuis dat niet wist had men hem er niet heen behoeven te sturen. Hij wist het dan ook en met de gewaardeerde hulp van ruim dertig Irakese medewer kers begon hij welgemoed aan het karwei. Eerst de wiel- bakken, dan wat erboven moest komen, enzovoort. Wat er gebeurt als de boel eens niet klopt? Dat wil ook wel eens voorkomen. Er kan een kist over boord geslagen zijn of op een andere manier „onder de buik van het paard" zijn geraakt. „Dan", zegt de heer Nijenhuis, „bel ik mijn broer Nico op. Die werkt ook bij Conrad-Stork. En dan zeg ik: Nico, kist nummer 40 is er niet. Nico weet in zo'n geval precies wat er in gezeten heeft en hij zorgt ervoor, dat ik een nieuwe kist krijg". Het werken met de Irakese helpers? „Fijne jongens", zegt de heer Nijenhuis. Een enkel voor beeld. Op een schijnbaar kwade dag gleed zijn ring zó de Schatt-el-Arabrivier in, waaraan de haven van Basra ligt. Die rivier is twaalf tot veertien meter diep. „Niks aan doen", zeiden de jongens, „wacht maar even". „Ja, allicht, wat zou je er dan wèl aan willen doen?" dacht de ongelukkige verliezer bij zichzelf. Wat de jongens eraan wilden doen bleek een poosje later, toen het laag tij was geworden in de rivier. Toen doken een stuk of wat van hen het water in en na een paar keer duiken hadden zij de ring gevonden op de grauwe bodem van de rivier. Intussen is de heer Nijenhuis teruggekeerd naar Basra om de laatste hand te leggen aan het werk met de kranen. Met zijn vakkennis vertegenwoordigt hij er alle medewerkers uit onze kring, die gewerkt hebben aan de verkoop, het ont werpen en de bouw van deze kranen. Zo worden de vrien den die hij er maakt, ook onze vrienden. Een mooi vak, het werk van de buitenmonteur. Wat is "gewoon?" En ais het niet klopt? Duiker Alweer terug 1 Bij een vorige reis - naar Madras in India - vond de heer Nijenhuis geen kraan of bok om hem te helpen bij de montage van een 50-tons topkraan. Op de foto is te zien, hoe het probleem werd opgelost: met twee dertig meter hoge masten en een dwarsbalk. Maar wel kostte het vijf uur werk om de giek met handlieren op tien meter hoogte te krijgen 2 Eveneens in Madras werd de heer Nijenhuis dit hutje op de hei toegewezen als woonhuis. Hij zat er helemaal alleen in. Met behulp van een vergrootglas kan de aandachtige kijker hem waarnemen, staande op het balkon. Leuk? Nee. "Toen meneer Rauwenhoff weer eens langs kwam heb ik hem gevraagd of hij niet iets anders voor mij wist, een pension met gewone mensen er in of zoiets," zegt de heer Nijenhuis.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1963 | | pagina 4