Een klein of een groot Europa? Sinds de geruchtmakende persconferentie van Generaal de Gaulle toen het Franse staatshoofd duidelijk maakte geen behoefte te hebben aan Engeland's lidmaatschap van de E.E.G., is de Gemeenschap in een wezenlijk ander "klimaat" terechtgekomen. Het vriest in Europa, niet al leen wat de temperatuur betreft, maar ook po litiek. Na de tweede wereldoorlog groeide er in ons werelddeel een steeds grotere samenwerking, gebaseerd op een toenemend vertrouwen; nog altijd het onontbeerlijk fundament, waarop sa menwerking mogelijk is. Dat fundament is on getwijfeld aanzienlijk verzwakt. Niet omdat de Franse president bezwaren heeft kenbaar ge maakt tegen Engeland's lidmaatschap - dat kan men zijn goed recht noemen, ook al is men het er niet mee eens - maar om de manier, waaróp hij het gedaan heeft. In 1961 namelijk waren alle partners van de E.E.G. het erover eens dat alles gedaan moest worden om Engeland's toe treden mogelijk te maken, ook als dat van de zijde van de E.E.G. hier en daar een concessie zou vergen. Die concessies zijn gedurende de anderhalf jaar, waarin men moeizaam, maar met taaie volharding heeft onderhandeld, van beide zijden gedaan. De grootste problemen waren in feite tot een oplossing gebracht, hetzij in een stadium gekomen, dat een oplossing mogelijk was. Zónder zijn partners op de hoogte te stellen van zijn politiek koos president de Gaulle een persconferentie uit om te vertellen, dat Engeland niet "rijp" was om toe te treden tot de E.E.G. Nog los van het feit, dat Frankrijk ook niet "rijp" was toen het verdrag van Rome in 1957 werd geratificeerd, waardoor dit land belangrijke uitzonderingsbepalingen kreeg toe gekend, betekende het optreden van president de Gaulle dat hij in wezen weinig waarde hechtte aan de samenwerking van de zes landen zoals die in de loop der jaren is gegroeid. Anders zou hij namenlijk niet een persconferentie hebben gebruikt, maar de ministers van de zes landen hebben uitgenodigd om hen zijn gewijzigde op vattingen te vertellen. Het feit, dat de onderhandelingen met Engeland op het punt stonden te slagen, én het feit, dat de mening van de Franse president in een pers conferentie tot uiting werd gebracht, hebben het onderlinge vertrouwen in elkaar ernstig ge schokt. En allerwegen is dus de vraag gesteld; wat nu? Er zijn aan deze vraag twee kanten: een poli tieke en een economische. Kan West-Europa politiek alleen staan, dat wil zeggen ook militair alleen? Wie de kaart van de wereld voor zich legt zal tot de onthutsende ontdekking komen, dat West-Europa vergeleken met het grondge bied en de bodemschatten van de Sovjet Unie een heel klein land is; een onverdedigbaar klein land. Of we de Amerikanen nu wel of niet zulke aardige jongens vinden, feit is en blijft, dat het schild van de Verenigde Staten sinds de tweede wereldoorlog een waarborg is geweest voor onze vrijheid. Sinds de oprichting van de Noordat- lantische Verdragsorganisatie - als reactie op de gebeurtenissen in Tsjecho-Slowakije - is de op mars van het communisme in Europa tot staan gebracht. Men weet het: de Franse president wil een eigen atoommacht opbouwen; hij wil niet langer afhankelijk zijn van Amerika; hij wil een Europa voor de Europeanen, zónder Amerikanen, zónder Amerikaanse wapenen, zónder Amerikaanse investeringen, die alleen al in ons land duizenden mensen werk hebben ge geven. Een splitsing dus, zowel politiek als economisch, van de vrije wereld. Inplaats van een bundeling van kapitaal en arbeid van alle vrije landen, die ook een waarborg zou kunnen zijn voor de ontwikkeling van arme landen (dat is het plan-Kennedy), is de Franse politiek ge richt op een bewuste scheiding. Men mag dat, zonder enige reserve, een betreurenswaardige politiek noemen. Zij is niet te financieren. Want: het opbouwen van een eigen atoommacht zou de E.E.G., wanneer zij het zou willen doen op dezelfde schaal als waarop de V.S. werken, 500 miljoen per jaar kosten. In een tijd, waarin alle weldenkende mensen een oplossing proberen te vinden om het gevaar van een a- toomoorlog in te dammen, waarin men spreekt over ontwapening op het terrein van het atoom - met hoe weinig succes nog - zou dat kleine (0) 33

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1963 | | pagina 5