van vertrek; om 6 uur was het ankerop en gin gen we varende op twee motoren met 200 omw/min op Madeira af. In 48 uur waren we er. In de motorkamer liep alles prima en was het vertrouwen onder het bedienend personeel ten aanzien van de 9-cylinder Smit-Bolnes motoren tot 100% opgelopen. Zelf moest ik natuurlijk ook nog wat aan de bemanning wennen, die bestond uit blanken en zwarten, maar dat lukte nogal zeer snel. Persoonlijk vind ik de kok altijd wel een be langrijk persoon; hij was van het zwarte ras en verstond zijn vak meesterlijk en sprak zelfs Engels. Ik vroeg hem eens, "zeg kok, hoe vond je Lissabon?" "Zeer mooi mister, een beetje koud, maar een ding heb ik gezien, wat ik nog nooit gezien heb". "En wat was dat kok?" vroeg ik hem. "Now Mister, I have seen a donkey and that animal was smoking".1) "What it was smoking"? I ask him. He says "I don't know but it was smoking out of his nose".2) Toen begreep ik hem, hij had bij een lage tem peratuur de adem van dit beest voor rook aan gezien. Dit komt in het land Mazambique na tuurlijk nooit voor, want daar is het altijd zo'n 30°C of nog warmer. Het eten aan boord was voor de Hollandse maag niet aan te bevelen; het was vis en nogeens vis en veel palmolie en aangezien palmolie het inwendige van een mens goed smeert, hebben we als technici nog de gedachte geopperd om op een zekere gelegen heid koelwater te zetten, omdat deze ruimte doorlopend bezet was. Maar men went op den duur aan alles. In Madeira was ook nog tijd over, om dit zon nig eiland nader te bekijken, waar we dan ook gretig gebruik van hebben gemaakt. Het was er verrukkelijk warm en prettig zitten op de vele terrasjes. Ook de bustochtjes, meer de bergen in, met een prachtig panoramisch uitzicht over het eiland, zijn om nooit te vergeten. Na 48 uur oponthoud voor de nodige werk zaamheden, bunkeren en bevoorraden, werden de trossen weer losgegooid en gingen we op St Vincent, Kaap Verdische eilanden af, welke reis 5 dagen in beslag nam, onder gedeeltelijk goede en slechte weersomstandigheden, maar het hart van het schip klopte weer 5 dagen onafgebroken zonder enige verkeerde tik er tussendoor; Smit-Bolnes stampte rustig door alsof er niets aan de hand was. En zo voeren we dan na 5 volle dagen draaien onder slechte weersomstandigheden St Vincent binnen. Op deze eilandengroep werden weer de nodige routine werkzaamheden verricht, gebunkerd enz. We bleven 4 dagen binnen liggen, om beter weer af te wachten. Er was verder niet veel te beleven, gezien deze eilanden hoofdzakelijk uit rots zonder groen bestaan. De bevolking leeft grotendeels in armoede. Oude kleren van een zeeman worden met dank aanvaard door op de kade lopende en bedelende jochies. Ook de kok weten ze te vinden en deze man heeft menig conservenblik gevuld met een warme hap. Uiteindelijk waren we allen blij, toen we weer ankerop gingen en onze steven wenden naar Louanda in de Portugese provincie An gola. Dit werd de grote oversteek van 12 dagen varen en het werden onvergetelijke dagen van mooi, warm en zonnig weer. Het idee voor de bemanning, dat ze dichter bij huis kwamen, werkte stimulerend. Het contact met elkaar werd beter, doordat meer aan dek vertoefd kon worden en ook het contact met de navi gators en Captain werd inniger. Deze laatsten waren ook vol lof over de hoofdmotoren, die zo keurig aan de hun opgelegde bevelen vol deden; aan elk gewenst toerental kon worden voldaan en vooral het manoeuvreren in de havens vonden zij prachtig doordat zo snel ge reageerd kon worden. De Captain was een man van weinig woorden, maar hij zag zoveel te meer. Ik herinner mij, dat hij nooit meer zei: "and chief how it is going in the engineroom?"3) Ook kon hij wel eens een half uurtje op het bovenste rooster hangen, om dat "armen en benen spul" in de motorkamer gade te slaan. De le stuurman was van een ander slag; hij was meer de deftige Portugees, had ook zijn eigen eetgerei meegebracht, wat blijkbaar moe ders voorschrift was. Van plastic borden, zo vertelde hij, kon hij niet eten, maar hij deed dit wel als het slecht weer was, omdat hij zich dan niet lekker voelde en niet veel eetlust had. De 2de stuurman was meer een type van de klasse humorist, maar niettegenstaande dat, was hij een meester in het schieten van sterren, om de juiste plaatsbepaling op zee van het schip vast te leggen. Zonnig Madeira 54 Ik zag een ezel roken. 2) Ik weet niet wat hij rookte, maar hij deed het door zijn neus. 3) Hoe gaat het in de machinekamer?

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1963 | | pagina 14