Eigenaardig was hoeveel mensen van de marine
we aan boord hadden, die echter nog nooit de
zee gezien hadden; ik vroeg de 2de stuurman
hoe dat kon, "Now look Mr Vermaat, we have
a very big navy".4) "O yes," I say, "Yes Mr.
Vermaat but look, we have no ships".5) Dus
dit was het antwoord op de vraag.
En zo lieten we dan na 12 dagen onafgebroken
varen ons anker op de rede van Louanda vallen.
Het was daar ondragelijk heet, 35°C, maar in
de verblijven aan boord was het goed toeven,
daar de airconditioning prima werkte. In de
haven van Louanda ontmoetten we nog een oude
hopperzuiger uit de Congo, de Boma, welke
daar aan de wal lag te persen. Het verschil van
beide schepen was zeer groot, 1910 tegenover
1963.
We bleven hier 3 dagen liggen om de nodige
werkzaamheden te verrichten, te bunkeren en
te bevoorraden. Ook hier waren we weer blij
om dit hete plekje op aarde de rug toe te
draaien; we gingen weer op weg naar Mossa-
medes (Angola).
Aldaar werd nogmaals bijgebunkerd en de 100
drums, die in de middengang stonden, volge-
maakt met gasolie voor de laatste etappe via
Kaapstad naar Lourenqo-Marques.
De 28ste februari te 0,00 uur was het ankerop
met bestemming Kaapstad. Direct na vertrek
kregen we al te kampen met slecht weer en de
weerberichten rond het gebied van de Kaap
waren evenmin hoopvol.
We hielden dan ook 5 volle dagen zware wind
en zee op de kop, zodat we met enige storm
schade Kaapstad binnen liepen, alwaar we 4
dagen op betere weersomstandigheden bleven
wachten. Gedurende die tijd hadden we volop
de gelegenheid om deze prachtige stad met op
de achtergrond de Tafelberg, te bekijken. Zo
slecht als het weer op zee was, zoveel te beter
was het aan land met 20°C en veel zon.
Van ongeregeldheden in dit land was weinig te
bespeuren en men kon zich vrijelijk bewegen
op straat.
Het standbeeld van Johan van Riebeek aan het
begin van Aderlegstraat staat er nog altijd en
bij het zien daarvan, zegt het je toch weer wat.
Want de geschiedenis zegt immers "de Portu
gezen waren daar als eersten, maar zagen er
geen brood in en zijn doorgevaren naar Mozam
bique, doch Van Riebeek dacht daar anders
over en ging aan land". De Hollandse bouwstijl
uit die tijd prijkt daar nog in volle glorie.
Tenslotte was het op 9 maart 1963 weer anker-
op en wendden we de steven zuidwaarts, om
Kaap de Goede Hoop te ronden.
De Tafelberg zagen we heel langzaam achter
ons kleiner en kleiner worden.
Het weer hadden we weer niet mee; hoe verder
we zuidwaarts koersten hoe slechter het werd.
We moesten tenslotte het toerental van de
motoren minderen tot 100 omw/min, zodat
we meer bijgedraaid lagen, dan dat we vooruit
kwamen. Het middag bestek van de brug zei
op het punt, dat we de Kaap gingen ronden:
snelheid in mijlen per uur 3, afgelegde weg
vorig etmaal 78 mijlen.
Aan boord begonnen toch enige mensen moed
De Aderlegstraat in Kaapstad
De Goa op zijn eindbestemming
4) Onze marine is erg groot.
5) Wij hebben geen schepen.
55