Veiligheid ft/ van de grote bedrijven heeft kort geleden de veiligheidsinspecteur wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd ,,de helm aan de wilgen gehangen"Van deze functionnaris werd in de kring van veiligheids inspecteurs afscheid genomen in een bijeenkomst, waarbij de heer Dr. A. van Bienen, directeur van de Arbeidsgemeenschap ,,De Woodbrookers" te Bent veld, een lezing gehouden heeft over ,,De veiligheid, sociaal gezien, en de plaats van de veiligheidsinspecteur" Dr. Van Bienen heeft het veiligheidsvraagstuk wel op een bijzondere manier benaderd en het lijkt ons nuttig U van zijn zienswijze op de hoogte te stellen. Met enige aarzeling, aldus Dr. Van Bienen, heb ik aangenomen, over het aangekondigde on derwerp te spreken, want als je geregeld over sociale aangelegenheden spreekt, krijg je het gevoel dat je over alle aspecten kunt spreken. En als je dat veel doet, krijg je langzamerhand ook het gevoel, dat je er over mee kunt pra ten. En dat is stellig niet het geval. Wanneer U mij een paar dingen wilt laten zeg gen, dan moet U die stellig voor Uzelf omden- ken in de sfeer, waarin U werkt. Ik kan alleen maar algemene aspecten noemen en waarover ik U wilde spreken waren een paar sociale as pecten van het streven naar veiligheid en een paar opmerkingen over de positie van de vei ligheidsdeskundigen in het bedijf. Als U wilt: de hele sociale zetting van een bedrijf. In een bedrijf heb je met mensen te maken en ik voeg daar dan op mijn eigen wijze even bij, dat mensen wonderlijke wezens zijn. Ze heb ben veel brave en rare, ik zeg niet direct slech te kanten. De veiligheid is niet zozeer een zaak en dat zal ik nog wel eens een keer noemen van apparaten, en evenmin van machines, het is een zaak van de rarigheid van de mens. De machines zijn niet gevaarlijk en het verkeer is niet gevaarlijk, maar de mensen zijn gevaarlijk. Waarom? Omdat de mensen twee driften in zich hebben. De ene drift om in leven te blijven, de andere drift om er uit te stappen. Dat zal U waar schijnlijk een beetje verbazen. Ik ga daar ver der ook niet op in. Ik kan zeggen: daar gaan we ook geen discussie over beginnen. Ik kon- stateer eenvoudig wat een bepaalde richting in de psychologie al een eeuw duidelijk heeft gemaakt, dat het echt niet zo is, dat de mensen alleen maar lol hebben om te blijven leven, maar dat er in de mens een merkwaardige, maar tegelijkertijd een doodsdrift zit. En de schei ding tussen de drift om te leven en de drift om te sterven zit hem nou net in de waaghalzerij. Het behoort nu eenmaal tot het wezen van de mens om te kijken, hoever hij kan gaan. Vroe ger was het krijgsbedrijf maar dan moet U ver terug een eigenaardige oefening; zo van: je redt het of je redt het niet. Sommigen over leefden het, anderen sneuvelden eraan, maar het had zijn eigenaardige bekoring. Dat is lang voorbij. Tegenwoordig is daarvoor in de plaats geko men het verkeer, dat machtig mooie steekspel. Je ging van huis met de bedoeling weer thuis te komen en eigenlijk zijn we voortdurend be zig te zorgen, dat er een deel niet van thuis komt. Wie het redt, heeft gewonnen en mor gen begint het spel opnieuw! Dat is eigenlijk in het werk en overal zo. Een van de wonder lijke dingen daarbij is, dat de waaghalzerij, ge woon het gewaagd leven (U kent die term

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1964 | | pagina 10