174 M3 in 1878 - 4800 M3 in 1964 (Vervolg) Sleephopperzuiger De hopperzuiger ontwikkelde zich voorspoe dig. Niet alleen de zuigers en hun capaciteit, maar ook de nadelen van de hopperzuiger wer den groter. Een bijzonder nadeel is wel, dat de hopperzuiger in scheepvaartroutes de scheep vaart toch nog te veel in de weg ligt. Een an der nadeel is dat de hopperzuiger moeilijk een gelijkmatige afgraving van de bodem tot stand kan brengen. Zij zuigt gaten in de bodem. En hoe groter de zuigers werden, des te groter obstakel waren zij voor de scheepvaart. Boven dien werden de g ten, die zij maakten, steeds dieper. Bouwer en gebruiker kwamen in de loop van deze eeuw op het idee om de zuiger al varende te laten werken. Weer werd de zuigbuis in een beun midden in het schip ge plaatst. Hierbij werd al varende gezogen door middel van een stekende zuigbuis, d.w.z. het mondstuk staat scheppend in de vaarrichting. Om te voorkomen dat door een obstakel voor de zuigmond de zuigbuis stuk gevaren werd, zijn diverse constructies ontwikkeld om de zuigbuis in dat geval automatisch omhoog te laten bewegen. Een voorbeeld hiervan is de in 1912 door Werf Conrad geleverde zelfva- rende M.O.P. 212-C voor Argentinië. Afme tingen 85 x 15 x 7,50 m; laadruiminhoud 1750 m3. Dit was een voor die tijd bijzonder grote hopperzuiger. Deze zuiger heeft bijna 50 jaar dienst gedaan op de La Plata rivier, waar een opbrengst van 10.000 m3 mengsel per uur werd gehaald. Vlak voor de tweede wereldoorlog verschenen er echter zuigers met de zuigbuis (met „sleep- kop") aan de zijkant van het schip. Dit type zuiger kreeg de naam „sleephopperzuiger". Tijdens het baggeren in een kanaal, rivier, ha ven of op zee vaart de zuiger met een snelheid van ongeveer 2-3 knopen, dat is 3,5 tot 5 km uur. Veelzijdig De zuigbuis van de sleephopperzuiger is voor zien van een bijzonder eindstuk, de sleepkop. Deze heeft ongeveer de vorm en ook de func tie van een eindstuk van een stofzuigerslang. De sleepkop sleept over de bodem, zuigt zo veel mogelijk zand of slib op en maakt zodoen de een regelmatige gleuf. Het is de taktiek van de zuigbaas om de zuiger zo kort mogelijk te laten varen naar de stortplaats. Hij zal zijn baggerroute zó uitkienen, dat zijn laatste „trek" hem al voert in de richting van de stortplaats. Het legen van het laadruim gebeurt ook hier door middel van bodemkleppen. Het is vaak ook mogelijk de baggerspecie via een walaan sluiting door een persleiding weg te persen. Vooral in de laatste tien jaren is dit type bag- gerwerktuig overal ter wereld bijzonder popu lair geworden. Haar gebruik is veelzijdig. Men

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1964 | | pagina 13