Veilighei
Wij laten hieronder het slot volgen
van de rede van de heer Dr. van
Biemen over de veiligheid.
Wat mij altijd weer frappeert, aldus Dr. Van
Biemen, is, dat niet alleen de oudere generatie,
maar ook de jongere de neiging heeft om zich
aan hun machines te hechten. Dat ze ze on
geveer met hun ogen aaien. En dat ze verliefd
zijn op perfect werkende machines weten ze
innerlijk nauwelijks, maar ze zijn het wel. U
vindt dat direct al bij de ploegenarbeid. De
narigheid van machines, die niet deugen; van
werktuigen, die vervuild zijn; van defecten, die
niet gemeld zijn. Ploeg A geeft de schuld aan
ploeg B; ploeg B geeft de schuld aan ploeg C
en ploeg C stelt weer ploeg A verantwoorde
lijk. Ze hebben het allemaal op elkaar begre
pen. De redenering van de timmerman of de
bankwerker is: dit is mijn gereedschap en ik
heb het piekfijn in orde. Maar dan gaat die
andere vrijer er mee werken. Die doet het na
tuurlijk niet goed. Als de man nadenkt zal hij
erkennen, dat die andere het wél goed doet.
Maar hij heeft eenvoudig de smoor in, dat die
ander met zijn spullen werkt. En dat er dan
nog een derde met zijn vingers aankomt, is ai
heel erg! Dit is een menselijke eigenschap. De
mens moet leren in een ingewikkeld produktic-
proces de dingen met anderen te delen. De ge
dachte, dat de machine, waarmee de man werkt,
niet uitsluitend zijn machine is, werkt een ze
kere zorgeloosheid in de hand en dus ook een
zekere onveiligheid; een zekere onverschillig
heid.
Wij gelden in Nederland als een bijzonder
menslievend soort mensen, maar ik weet het
niet. Als je het verkeer ziet en je ziet ons do
dencijfer, dan is het verkeer eigenlijk wel een
bewijs, dat het niet zo best is. We zijn bijna net
als de Fransen; die vliegen je om de hals, maar
als je op hetzelfde moment dood valt, zegt hij:
„Pech gehad; laat liggen!" Blijkbaar zijn we als
mensen wel wat zorgeloos voor elkaar en daar
voor is die sociale veiligheid, gedekt door so
ciale verzekeringen.
We moeten ons tegen de onveiligheid bescher
men. We moeten in ons gedrag, ons machinaal
organisatorische werkplaatsgedrag, ons wel be
wust zijn, dat we eikaars leven in gevaar bren
gen. We moeten steeds waarschuwen en ge
waarschuwd worden. Maar een waarschuwing
is een vergankelijke zaak; die moet je elke week
opnieuw opvijzelen. Vandaar, dat het veilig
heidsprobleem wel een mensenleeftijd meegaat.
U zult er Uw brood wel aan blijven verdienen.
Want we zijn nu eenmaal mensen en we zoe
ken maar onveilige situaties. Die machine is
wel aardig, maar die mensen zijn zo onveilig;
die zijn zo agressief; die hebben allerlei com
plexen en daar zit het in.
Menselijke verhoudingen
Ik wil nog een enkele opmerking maken over
de menselijke verhoudingen, omdat in de (hiër
archische) verhoudingen in het bedrijf elemen
ten zitten, die de veiligheid tijdens het werk in
gevaar kunnen brengen, kunnen ondergraven.
Op het moment, dat mensen vermoeid worden,
wordt hun concentratie minder en worden ze
onveiliger in hun doen en laten. Vandaar, dat
we de mens niet te lang moeten laten over
werken.
Een tweede aspect, dat de onveiligheid kan ver
groten: de innerlijke spanningen bij de mens, de
ergernis enz. Ik pleit er altijd voor om de erger
nis, de rancunes, in een bedrijf zo klein moge
lijk te houden. Een van de gevaarlijkste dingen
is een mens, dat innerlijk de pest in heeft. Je
weet nooit, naar welke kant hij omslaat. Vrien
den van me uit de medische wereld garanderen
me, dat een groot aantal verkeersongevallen
voortkomt uit de omstandigheid, dat de veroor
zakers van die ongelukken de smoor in hebben
of met conflicten zitten, die ze thuis met vrouw
of kinderen hebben gehad. Of in hun bedrijf.
Ze zullen niet bewust ongelukken maken, maar
ze hebben zich niet meer volledig onder con
trole en dan gaat het mis. De ergernis kan ont
staan door een ruzie met de baas, door wrok
over werksystemen, door tariefkwesties enz.
Je kunt alle regelingen zo goed en rechtvaar
dig opzetten als je wilt: ergens blijft de moge
lijkheid, dat het de mensen ergernis brengt.
Daarom moet de man, die zich met de veilig
heid bezig houdt, een studie maken van en een
fijne neus hebben voor het feit, dat mensen, hoe
dan ook en waardoor dan ook, de smoor in kun
nen krijgen en dat niet kunnen uiten.
Een derde aspect is de verveling. We kennen
dat nog wel van de schoolbanken. De strijd
tussen opletten en slapen, als er een vervelende
les aan de gang is. Van werken gaat geen mens
dood en je wordt er ook niet doodmoe van;
maar van verveling word je ongelooflijk moe!
Het moderne arbeidsproces is vaak gelijk aan
een vervelende les: je kunt er niet bij slapen
en je moet dus wel wakker blijven en dat is
stomvervelend. Ik hamer er bij technici ook
altijd op, om het vervelende arbeidsproces in
de industrie zoveel mogelijk te voorkomen.
Verantwoordelijkheid
Maar er zijn andere vormen van verveling, n.l.
als de mens behoefte heeft aan het dragen van
verantwoordelijkheid en de gelegenheid daar-