toe in zijn werk te weinig krijgt. Dan heeft hij
als het ware een overschot. Hij zou meer kun
nen en willen doen, maar hij is slechts voor
een bepaald deel in zijn werk geconcentreerd.
De rest van zijn energie zweeft als een soort
overschotballon van verantwoording om hem
heen. Dat leidt tot verveling en daardoor dik
wijls tot allerlei vormen van ongelukken.
Dan zijn er nog de zorgen en ziekten thuis,
schoolproblemen van de kinderen enz. Over
vrees voor werkloosheid praten we niet eens,
want dat is blijkbaar een uitgestorven zaak.
We kunnen allerlei goede sociale voorzienin
gen in het bedrijf invoeren, maar toch blijft de
veiligheid altijd nog zeer belangrijk.
Het is wel duidelijk, dat de veiligheid een pro
bleem is van onze gehele maatschappij en niet
alleen van het bedrijfsleven. De onveiligheid
is er alle eeuwen door geweest; die wordt op
de ene plaats bedwongen en komt op een an
dere plaats weer te voorschijn. We moeten het
gevaar zo gering mogelijk maken; de gezond
heid en het leven van mensen zijn er mee ge
moeid. We hebben er voor te zorgen, dat we
in sport en spel e.d. uitlaatkleppen hebben voor
de onbedaarlijke behoefte van spelen en razen.
Goed werkklimaat
De directie van een bedrijf kan allerlei bescher
mende maatregelen nemen: ze kan machines
beveiligen; dat kost geld, maar dat geld brengt
zijn rente op. Voorts is het scheppen van een
goed werkklimaat bijzonder belangrijk. Daarbij
is de veiligheidsinspecteur nauw betrokken. Het
werkklimaat omvat een goede organisatie, een
juiste dosering van de verantwoordelijkheid van
de mens, een hoge efficiency, een rechtvaar
dig beloningssysteem enz.
Een volgend aspect is het scholen en vormen
van de werknemers. Je moet de mensen duide
lijk maken waar de gevaren liggen en hoe ze
er zich tegen moeten wapenen. Maar het is ook
een kwestie van vorming. Je moet de mensen
leren denken; je moet ze als het ware leren
verantwoordelijkheid te dragen en het is heel
vaak zó, dat mensen veel meer verantwoorde
lijkheid ook wat hun werk en wat de veilig
heid betreft kunnen dragen, dan zij in feite
te dragen krijgen.
Wonderlijk beroep
De veiligheidsinspecteur is een eigenaardige
functionaris; hij is een technicus, maar tege
lijkertijd een sociaal-paedagoog, die in elk ge
val gevoel moet hebben voor de hele sociaal-
paedagogische sfeer in het bedrijf. Hij is vooral
ook een mens, die moet weten, dat mensen
dingen kunnen leren en in hun houding ten op
zichte van veiligheid gevormd, ontwikkeld en
geschoold kunnen worden. Je moet de mensen
laten méédenken en aansporen om zelf te zien
en te ontdekken wat nodig en mogelijk is.
De veiligheidsinspecteur is een technicus, die
meer dan een ander mens mag spelen. Hij mag
voortdurend experimenteren; hij mag voortdu
rend inventief aan de gang zijn; hij moet voort
durend zien, wat anderen nog niet zien; hij moet
voortdurend denken aan het feit, dat mensen
spelende kinderen zijn. Hij mag die mensen niet
als kinderen behandelen, maar wel als spelende
wezens. Hij moet ze als het ware vanuit die
spelmentaliteit volgen en behoeden voor de
rare streken, die ze kunnen uithalen.
Hij moet veel zien en ook veel door de vingers
zien; hij moet voortdurend begrijpen, dat het
niet anders kan en toch zorgen, dat de mensen
geen ongelukken maken. Hij moet er hen steeds
op wijzen, dat zij de veiligheid met zich moeten
meedragen en dat hij alleen maar een seintje
kan geven en bordjes kan zetten. Hij moet door
het hele bedrijf heenzitten en opletten, want
als hij hier iets heeft beveiligd en daar iets af
gegrendeld, hopen ze toch iets te vinden, waar
ze zelf hun vinger of een ander zijn nek mee
kunnen laten breken.
Het is een wonderlijk beroep. De veiligheids
man kan het nooit helemaal veilig maken.
Maar om het zo veilig mogelijk te maken, dat
is een eer, dat is een sport, dat is meedragen
aan de vermenselijking van ons leven.
Vergeet nooit, dat wij mensen toch tegen al
Uw goede bedoelingen in een gaatje zullen
vinden om ongelukken te maken. U zult dat
gat weer moeten stoppen, maar wij zullen en
blijven ons best doen om weer een ander gaatje
te vinden. En daarmee blijft er een prachtig
sportief spel: voor U om de ongelukken te ver
minderen en voor ons om ze toch te maken.
"Handen omhoog of ik boor!"