en eindigen (de Free Enterprise I vervoerde in 1964 meer dan 250.000 passagiers en 84.000 auto's tussen Dover en Calais) staat natuurlijk méér in de publieke belangstelling dan een wil lekeurig vrachtschip of een zuiger. Er waren dan ook talloze binnen- en buitenland se fotografen aanwezig (de foto's werden draad loos naar de engelse dagbladen overgeseind) en bij de vele snorrende filmcamera's waren er ook van de Engelse televisie. Ook de Nederlandse te levisiejournaals waren aanwezig, zodat reeds enkele uren na de tewaterlating vanuit Hilversum en Bussum reportages van de plechtigheid wer den uitgezonden. En wat de werf betreft: ook hier redenen genoeg tot opgewektheid. De opdracht voor een derde schip in deze serie is zéker niet te versmaden, en is voor ons allen een bewijs dat wij het ver trouwen van deze reder volledig gewonnen heb ben. Er zijn namelijk zowel in Engeland als in Nederland en andere landen van Europa maar al te veel werven die dolgraag deze opdracht ge kregen zouden hebben. Direct en indirect werkt vrijwel iedereen op de werf eraan mee dat wij op tijd een goed schip kunnen afleveren, en als straks bij de overdracht de opdrachtgever "de werf" bedankt voor goed geleverd werk, bedoelt hij daarmee niet de tekenborden, de lashal of de kotterbank, maar de mensen die tezamen "de werf" vormen. Dertien rijbanen Het nieuwe schip heeft een vervoerscapaciteit van 200 auto's en 1000 passagiers; tezamen met de Free Enterprise I zal het schip tijdens het zo merseizoen in continu-dienst varen, per etmaal kunnen de beide schepen dan tezamen 2500 auto's en 11.500 passagiers vervoeren. Het belangrijkste verschil met de Free Enter prise I is dat het nieuwe schip niet slechts deuren in het achterschip, maar ook in de boeg heeft, zo dat auto's via dertien rijbanen (op drie dekken) dóór het schip kunnen rijden. Het oponthoud bij het in- en ontschepen wordt hierdoor tot een minimum beperkt. De douane-formaliteiten wor den tijdens de oversteek vervuld. De nieuwe veerboot is natuurlijk volkomen zee waardig. Het is een dubbelschroefschip met ver stelbare schroeven; de manoeuvreerbaarheid wordt nog vergroot door een boegroer en een 400-pk boegstraalroer. De snelheid is 19 mijl per uur, achteruitvarend kan een snelheid van 14 mijl per uur bereikt worden. De Free Enterprise II is voorzien van een Flume- stabilisatie-inrichting om in het dikwijls zeer woe lige Kanaal het slingeren zoveel mogelijk tegen te gaan. De hoofdmotoren zijn eveneens door I.H.C. Hol land geleverd: het zijn door vennoot J. K. Smit gebouwde 12-cilinder Smit-M.A.N. diesel motoren met een vermogen van 3850 pk ieder; aan hulpvermogen is ruim 2000 pk geïnstalleerd. De hoofdafmetingen van het schip zijn: lengte 108 meter, breedte 17,5 meter, holte tot shelter- dek 9,6 meter, maximum diepgang 4 m. Reeds over enige Zeskanten zal de proefvaart ons gelegenheid geven een uitvoerige beschrij ving van het schip te geven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1965 | | pagina 3