Als je het wilt, dan haal je het
Toen Karei Veldt onlangs zijn 25-jarig jubileum
als kraanmachinist bij Werf Gusto vierde, werd
er geschertst:
"Ja, toen we hoorden dat het een bokser was,
hebben we hem maar zo ver mogelijk wegge
zet, ergens hoog in een kraan".
Die voorzorg was écht niet nodig geweest, want
een vriendelijker, opgewekter mens dan Karei
Veldt kan men zich moeilijk denken.
Toch zijn er mensen die hem niet vriendelijk
gevonden zullen hebben als ze in die bijzonder
heldere ogen keken - zijn tegenstanders in de
ring namelijk.
"Als je het wilt, dan haal je het". Hij zegt het
met kalme overtuiging, maar de wil die er achter
steekt doet vermoeden dat hij een felle bokser is
geweest. Dat bewijst trouwens ook zijn loopbaan
wel. Toen een metaalstaking in 1922 het werk lam
legde, richtte Karei met wat andere jonge sport
liefhebbers een boksclub op in een onbewoon
baar verklaarde woning in Schiedam. Zij
schraapten de dubbeltjes bijeen om lessen te
kunnen betalen, en Karei, die als kleine jongen
al door de politie werd thuisgebracht als be
scherming tegen zichzelf, omdat hij het niet laten
kon steeds maar weer de rivier over te zwemmen,
vond in deze nieuwe sport zijn element.
Al na veertien dagen werd hij aangewezen om
een wedstrijd te boksen. Het einde was: "onbe
slist", maar daar nam Karei geen genoegen mee:
"Wat hebben we daaraan, we gaan nog een paar
ronden door". Dat kon in die dagen nog, en
Karei won. Na de wedstrijd vernam hij dat hij
tegen de kampioen van Zuid-Holland in de licht
gewicht klasse had gebokst. Vijf wedstrijden later
was hij kampioen van Nederland.
Hij ging toen over naar de beroepsboksers en na
zes wedstrijden mocht hij zich vanaf 1923 in die
klasse kampioen van Nederland noemen.
Toen begonnen de uitnodigingen binnen te ko
men en jaren lang reisde hij her en der. In Duits
land, België, Frankrijk, Engeland, Ierland, Schot
land, overal was hij een geziene gast en een ge
vreesde tegenstander.
Hij verdiende er goed gevulde beurzen mee, maar
na de crisisjaren zat er in dit opzicht geen
vet meer in de soep en Karei Veldt kwam bij
Werf Gusto als kraandrijver, en kraandrijver is
hij gebleven, nu alweer 25 jaar lang.
Wie hem 's morgens de kraan in ziet klauteren
beseft dat dit iemand is die een benijdenswaar
dige lichaamsconditie heeft weten te behouden,
iemand, die er plezier in heeft fit te zijn.
Zelf zegt hij ervan:
"Je leert zo veel in de ring dat eigenlijk iedereen
zou moeten hebben. Beheersing vooral.
Lichaamsbeheersing, jezelf in bedwang houden.
Boksen, man, het is zo mooi, het is niet voor
niets dat de Engelsen het the noble art", de
edele kunst noemen. Je moet kunnen incasseren,
maar dat moet eigenlijk iedereen in het leven.
Je moet het kunnen, maar je moet het ook dur
ven, dat is toch eigenlijk overal zo mee. Het be
langrijkste is misschien nog wel eerlijkheid, je
staat tenslotte in de ring als twee mensen tegen
over elkaar. Ik heb zelf in mijn hele loopbaan
nooit één waarschuwing van de scheidsrechter
gehad, daar ben ik niet eens trots op, want zo
hoort het toch?
Ja, je moet je er natuurlijk helemaal voor in
zetten, niet roken en drinken bijvoorbeeld. Ont
zeggen? Nee, wat is nou ontzeggen, als ik roken
en drinken en dik en langzaam worden belang
rijker vond dan boksen, dan had ik dat wel
gedaan. Maar als je iets bereiken wilt, dan moet
je trainen en alles doen wat daarbij hoort. En
je moet natuurlijk doorzetten, dat is overal mee,
maar als je het echt wilt, dan haal je het".