Een ijselijk verhaal Het waren de enthousiaste geluiden uit een aan tal andere bedrijven, die de Gusto deden beslui ten om te starten met een drie maanden durende proef tot het uitgeven van diepvriesmaaltijden aan overwerkers. Een dezer dagen werden wij uitgenodigd om eens te komen "proef-eten" en samen met de leden van de Ondernemingsraad zijn we voor U in de cantine wezen keuren. De maaltijden worden geleverd door de fa. Iglo en uitgereikt door het ons al zo lang bekende personeel van de Volksbond. In de cantine vallen ons onmiddellijk op de grote diepvrieskast met plaats voor 200 maaltijden en het verwarmingsapparaat, dat in staat is 72 maaltijden in ongeveer 25 minuten van ijselijk koud tot gloeiend heet te maken. De maaltijden, die geserveerd worden, zien er prima uit en de smaak doet hiervoor niet onder. Voor de flinke eters is er bovendien nog een extra portie aardap pelen te verkrijgen. Iedere maaltijd wordt be sloten met fruit en een kopje koffie. Voor en tijdens het eten kregen we van de Iglo- vertegenwoordigers natuurlijk wel het een en ander te zien en te horen over het diepvriezen. Het zal U niet verbazen te horen, dat de Eski mo's de eerste en echte diepvriezers zijn. Dit ontdekte in 1928 een jonge geleerde Clarence Birdseye, die met vacantie(l) was in Labrador, het Oostelijke schiereiland van N.O. Amerika, een gebied met een ruw klimaat, waar de Eski mobevolking leeft van pelsjacht en visvangst. Birdseye at hier vlees en vis, die gewoon in de open lucht werden bewaard, maar die in deze koude Poolstreek ogenblikkelijk (na de vangst) bevroren. En het viel hem op, dat deze levens middelen zelfs geruime tijd na de bereiding pre cies smaakten alsof zij in verse toestand waren klaargemakt. Zo, terug van zijn vacantie, begon onze geleerde met het nemen van talloze proeven en ontdekte daarbij, dat juist de snelheid van bevriezen het belangrijkste was om tot een goede conserve ringsmethode te geraken. Wanneer b.v. groente snel bevroren wordt vor men zich in de microscopisch kleine cellen, waar uit het plantenweefsel is opgebouwd, uiterst klei ne ijskristallen. Het water, dat zich in iedere cel bevindt, bevat zouten, mineralen en vitaminen, die het voedsel zijn smaak en voeding geven. Maar wanneer de temperatuur maar langzaam daalt, bevriezen het water en de daarin opgeloste zouten en mineralen niet gelijkertijd. De zouten en mineralen hebben de tijd zich af te scheiden van de ijskristallen, die steeds groter in omvang worden, totdat zij ten slotte door de celwand heen stoten. Wanneer de groente wordt ontdooid om te wor den gegeten, heeft de celinhoud gelegenheid om door de kapotte celwand weg te vloeien; het voedsel verliest dus in de eerste plaats groten deels zijn voedingswaarde en in de tweede plaats zijn smaak. Wanneer diezelfde groente echter bij een zeer lage temperatuur snel bevroren wordt vormen zich in de cellen heel kleine kristallen. Het natuurlijke proces wordt plotseling stopge zet en zouten en mineralen hebben geen gelegen heid zich af te scheiden van het water. Wanneer deze groente ontdooid is bevat zij dus nog alle zouten en mineralen en vandaar, dat de verse smaak en geur behouden blijven. Zo krijgt U dus ook in de winter verse groente en fruit op de tafel. Uiteraard staan in een mo dern diepvriesbedrijf de producten onder een zeer strenge controle, bijvoorbeeld op kwaliteit, kleur, vastheid, hygiëne, alsvorens ze in de diep vriesbox verdwijnen. Stapt U er niet binnen; het zou U slecht bekomen zo bij min 40° C Bovendien houdt nog een ventilator de lucht in voortdurende beweging, om er voor te zorgen, dat het product aan alle kanten gelijkmatig be vriest. Er heerst dus een echt ijzig windje!! De koudeverwekker is vloeibare ammoniak, die in een gesloten buizensysteem wordt verstoven. Die verstoven ammoniak onttrekt warmte aan de omgeving en er ontstaat dus koude. De am- moniakdamp wordt weer door een compressor aangezogen en vervolgens naar een condensor geleid. In dit apparaat wordt de samengedrukte ammoniakdamp weer tot vloeistof teruggebracht. Opnieuw wordt deze ammoniak in het buizen systeem verstoven, waarbij wéér warmte wordt onttrokken enz. enz. tot min 40° C. In de opslagplaatsen is het minder koud, "maar" min 18° C. De werkers in deze barre wereld dragen met bont gevoerde overalls, wollen mut sen en dikke handschoenen om zich tegen de kou te beschermen. Hun adem blijft een ogen blik als een witte wolk hangen. Een huivering wekkende omgeving... Maar juist in deze om geving worden smaak en geur, die onder invloed van de warme zonnestralen werden gevormd, het beste bewaard. 44 (0)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1965 | | pagina 12