Nationale Reclasseringsdag 1965 De orde van de dag foto niet zichtbaar) later ondermeer gebruikt als grondstof voor de cementfabricage. Een an der bijprodukt is het hoogovengas, dat door stijgleidingen boven de oven stroomt en na rei niging, o.m. door de stofzak op de voorgrond, dient voor verhittingsdoeleinden van eigen in stallaties en die van de provinciale elektriciteits centrale. Het gas wordt o.m. gebruikt voor het verwarmen van de windverhitters, de vier to rens rechts naast de oven. Hete lucht uit de windverhitters wordt in de hoogoven geblazen. Samen met de kooks zorgt deze lucht voor de noodzakelijke warmte. De bouwkosten van deze nieuwe oven zullen ruim 100 miljoen bedragen. Laten we met de deur in huis vallen: het gaat over de nationale reclasseringsdag. Weer één van die eeuwige collectes. Het is echter niet in de eerste plaats de bedoe ling van dit artikel om u over te halen voor deze keer toch maar weer iets te geven. Veeleer om te peilen wat het reclasseringswerk in het Nederlandse volksleven betekent. Het gaat, zo als ieder weet, over die mensen die zich jegens de gemeenschap misdragen hebben en daarover door de strafrechter tot de orde zijn geroepen. Tot de orde. Wie tot de orde geroepen wordt, behoort er dus toe. De vraag van vandaag is: horen zij bij ons, of hebben we met hen afge daan? Er bestaat ten opzichte van veroordeelden en gestraften een oeroud, diepgeworteld vooroor deel: „Wie eens steelt is altijd een dief". Zo een hoort er niet meer bij, men blijft hem na wijzen als een voorgoed getekende. Allan Paton gaf zijn boek „De ijzeren wet" het veelzeggend motto mee: „Er staat vijf jaar op, maar in feite is het levenslang". Vijf jaar, twee jaar, zes maanden krijgt hij van de rechter, de rest van de publieke opinie. Dit vooroordeel vindt zijn oorsprong in de il lusie der algemene deugdzaamheid, die de fat soenlijke samenleving tot elke prijs moest hand haven. Met wie dat niet goed deed, wilde men „niet meer te maken hebben". Het waren schurken, die „ze" voorgoed onschadelijk moes ten maken, of zielepoten; voor die laatsten stopt men dan een bedragje in de collectebus, om een stuk onbehagen af te kopen; verder haalt men de schouders op over de lieden die tijd en moeite besteden aan een hopeloze zaak, en gaat men over tot de orde van de dag, de orde, waar die anderen buiten blijven. Werkt de reclassering voor een hopeloze zaak? Is zij een club van halfzachte idealisten, die geloven in de braafheid van ieder mens en de veroordeelde alleen maar zien als het slacht offer van de omstandigheden, die met een preekje weer op het rechte pad komt? HO 4 tijdens een aftap. De stroomwijzer is nog zichtbaar midden onder, terwijl hij in de mengwagen stroomt

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1965 | | pagina 15