Even bukken
en dan onder de brug door
k
iiill
De emmerbaggermolen heeft altijd de reputatie
gehad, dat er weinig aan veranderde. In de loop
van de jaren werden er wel verbeteringen in
aangebracht, maar de leek ziet weinig verschil
tussen de baggermolen van nu en die van en
kele tientallen jaren geleden.
I.H.C. Holland heeft nu echter een cmmermo-
len ontworpen, waaraan zelfs de leek iets bij
zonders ziet: bij het passeren van vaste bruggen
strijkt men de hoofdbok, waardoor de hoogte
van de molen boven de waterlijn teruggebracht
wordt van IIV2 m tot 7 m. Men kan hiermee
werkobjekten bereiken, die ontoegankelijk zijn
voor baggermolens met vaste bok.
De nieuwe constructie, waarop I.H.C. Holland
patent heeft aangevraagd, wordt voor het eerst
toegepast op de CO 519 en CO 520, die mo
menteel voor Van Hattum en Blankevoort N.V.
in aanbouw zijn op de werf van I.H.C.-vennoot
Verschure. De eerste molen, de Beverwijk 3,
werd op 20 augustus tewater gelaten. Doop-
vrouwe was mevrouw J. A. C. van Hattum-
den Hartog.
De Beverwijk 3 heeft een emmerinhoud van
600 1. en een ponton van 43,20 x 9,15 x 3,30
m. De aandrijving is diesel-hydraulisch: een
hoofddiesel van 510 pk en een hulpdiesel van
110 pk drijven de hydraulische pompen voor
het bovendrijfwerk en de lieren, alsmede een
draaistroomgenerator aan.
De hoofdbok bestaat uit twee vertikale poten,
twee langsscheepse schuine poten en een dwars
scheepse schoor. Bij het strijken van de bok
worden de vertikale poten weggeklapt, terwijl
de schuine poten een scharnierbeweging maken.
Tegelijkertijd komt de emmerladder omhoog
\v
tussen de poten van de gedeelde ladderbok.
De ladderbok heeft dus geen dwarsscheepse
koppeling. De stortbak en de geleiderails wor
den zover naar achteren geschoven, dat op het
dek ruimte vrijkomt voor de gedompte hoofd
bok met bovendrijfwerk. De hierbij afgedrukte
schets verduidelijkt een en ander. De Bever
wijk 3 wordt in oktober beproefd. Twee maan
den later volgt de Beverwijk 4.
Tewaterlating van de Beverwijk 3"
t
aiiiüll
iiilSllll
Pilllliili
tiffin
Op deze manier wordt de hoofdbok gestreken, waardoor de hoogte
van de molen boven de waterlijn teruggebracht wordt van ll^-lim tot 7 m
69