Nog éénmaal een „Haagse Sinterklaas" „Ja in Rotterdam, Rotterdam, Rotterdam," „We gaan naar Rotterdam, oh jongen, jongens, wat een plan." „Daar gaan we, daar gaan we" „Met heel de I.H.C." Niet helemaal zuiver en met duidelijk enkele ongeschoolde stemmen ertussen, maar met véél enthousiasme klonk dit schone lied door de ge welven van het I.H.C. Holland-kantoor in Den Haag, toen daar het Sint Nicolaasfeest werd ge vierd. De kelder was vrolijk versierd en vooral de kale muren waren onherkenbaar veranderd nadat een zestal „relaties" van de afdeling Re clame met verf, houtskool en kwasten waren bezig geweest. Sint en Piet hadden wel een fri vool tintje gekregen zo hier en daar, maar de échte Sint toonde zich daarover noch verbaasd, noch vertoornd. Ja zeker, de échte Sint, want tot ieders verbazing, en zeker aangelokt door de klanken van oprecht meegezongen liederen, kwam de Goedheiligman al spoedig zelf binnen schrijden, vergezeld van zijn onafscheidelijke zwarte knecht. Gelukkig waren er nog twee stoe len vrij, want toevallig waren twee mede werkers „verhinderd" het feest mee te maken Met de Sint in ons midden zat de stemming er meteen goed in. Vooral toen de zak van Zwarte Piet gevuld bleek met letters. Nadat de Sint zich tot ieder persoonlijk had gericht, werden deze uitgedeeld. Arme Piet, hoe kwamen toch alle dameswangen zwart?! De heer en mevrouw Van Looij mochten de eer ste pakjes in ontvangst nemen. De surprise, een fotomontage in de vorm van het Haagse kan toorgebouw, viel zeer in de smaak en betekende meteen voor allen de oplossing van het raadsel waarom zij kort tevoren op een vreemde manier hadden moeten poseren. Er was muziek, gelardeerd met pittige, actuele rijmpjes. Er waren dranken en hapjes. En na tuurlijk waren er de surprises en de gedichten. Mét de op zo'n avond gebruikelijke én toegestane toespelingen en gewoonten. Vooral één onderwerp stond in het middelpunt: de op handen zijnde verhuizing van het kantoor naar Rotterdam, die in verschillende toonaarden werd bezongen. Op de wijze van „Op de hoge, hoge daken" ging dat zo: „We zitten hoog daar op de daken" „11 etages, wat een pech' „Je zult nog heel wat zuchtjes slaken" „Want de lift is meestal weg" „Maar voor de nood is er de trap" Na afloop was iedereen het roerend eens, de laat ste „Haagse" Sinterklaasavond was het een reuze gezellig feest!

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1965 | | pagina 15